Vragen van de leden Van Bemmel en Elissen (beiden PVV) aan de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Veiligheid en Justitie over de berichtgeving betreffende supercookies (ingezonden 26 augustus 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 21 oktober 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 76.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel betreffende de supercookies?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 4

Deelt de u de mening dat deze supercookies veel verder gaan dan de normale cookies en zich gedragen als een soort virus of malware? Zo nee, waarom niet?

Hoe beoordeelt u het gebruik van de in het artikel genoemde supercookies, in het licht van artikel 4.1 van het Besluit universele diensverlening en eindgebruikersbelangen?

Antwoord 2 en 4

De supercookies worden in het artikel omschreven als cookies die in staat zijn om zichzelf na verwijdering door de computergebruiker, opnieuw te installeren op een computer. Hierop is artikel 4.1 van het Besluit universele dienstverlening eindgebruikersbelangen van toepassing. Hierin wordt kort gezegd geregeld dat een ieder die (onder andere) cookies wenst op te slaan op de computer van een gebruiker, voorafgaand aan die handeling de gebruiker op een duidelijke wijze dient te informeren over de doeleinden ervan en op voldoende kenbare wijze gelegenheid dient te bieden de desbetreffende handeling te weigeren. Het verwijderen van geplaatste cookies kan gezien worden als weigering van de plaatsing van deze cookies. Het is aan OPTA, als toezichthouder, om in concrete gevallen te oordelen of deze wijze van gebruik van cookies in strijd is met artikel 4.1 van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.

Vraag 3

Vindt u ook niet dat deze cookies zouden moeten vallen onder computervredebreuk en het gebruik hiervan als zodanig verboden zou moeten worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Computervredebreuk is omschreven in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht. Vereist is dat opzettelijk en wederrechtelijk wordt binnengedrongen in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan. Van binnendringen is in ieder geval sprake door het doorbreken van een beveiliging, door een technische ingreep, met behulp van: valse signalen of een valse sleutel, of door het aannemen van een valse hoedanigheid. In hoeverre er in het beschreven geval

van de zelfherstellende supercookies sprake is van computervredebreuk hangt nauw samen met de technische opzet en werking van de betreffende supercookies en de vraag of deze met zich meebrengen dat er sprake is van wederrechtelijk binnendringen als vereist voor computervredebreuk. Het definitieve oordeel hierover is aan een rechter in een strafzaak.


X Noot
1

http://www.netkwesties.nl/413/supercookies-slopen-laatste-beetje.htm

Naar boven