Vragen van lid Hennis-Plasschaert (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over een verbod op het in groepsverband dragen van jasjes (MC leden in colors) (ingezonden 6 juli 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 13 september 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3130.

Vraag 1

Kent u het bericht «Satudarah intimideert stappers Enschede»?1

Antwoord

Ja.

Vraag 2 en 4

Kunt u zich voorstellen dat de aanwezigheid van ruim 200 «outlaw bikers» in vol ornaat als intimiderend kan overkomen? Zo ja, bent u tevens van mening dat het in groepsverband dragen van de jasjes (MC-leden in «colors») kan worden bestempeld als een verstoring van de openbare orde? Zo nee, waarom niet?

Meer algemeen, bent u bereid gemeenten te verzoeken om een verbod op het in groepsverband dragen van de jasjes ( MC-leden in «colors») in de Algemene Plaatselijke Verordening op te nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vragen 2 en 4

Ja, deze problematiek is mij bekend en ik kan mij voorstellen dat in bepaalde gevallen de aanwezigheid van groepen outlaw bikers» in vol ornaat als intimiderend kan worden beschouwd. Enkele gemeenten hebben mij bericht dat het uitgaanspubliek dit in voorkomende gevallen ook als zodanig heeft ervaren.

Het in groepsverband dragen van de zogeheten «colors» kan op zichzelf niet verboden worden, temeer daar ook motorclubs die niet als outlaw bikers getypeerd kunnen worden, dergelijke vestjes (kunnen) dragen. Maar wanneer het dragen van deze vestjes gepaard gaat met bepaald gedrag kunnen gemeenten wel degelijk optreden tegen dat gedrag. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden, die ik graag nog eens benadruk.

Het samenscholingsverbod in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kan in veel gevallen uitkomst bieden. Dit verbod ziet ook op het op een openbare plaats in groepsverband onnodig opdringen of uitdagend gedrag dat aanleiding geeft tot ongeregeldheden of de vrees daarvoor. Het samenscholingsverbod wordt dan gehandhaafd jegens de groep die zorgt voor de ongeregeldheden. In APV’s worden daar nadere voorwaarden aan gesteld.

Daarnaast kan op basis van de APV en de Gemeentewet (de lichte bevelsbevoegdheid) worden opgetreden wegens verstoring van de openbare orde of op basis van art 426bis Wetboek van Strafrecht wegens wederrechtelijke belemmering van de bewegingsvrijheid op de openbare weg.

Ook de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast biedt mogelijkheden om op te treden tegen herhaaldelijk groepsgewijs overlastgevend gedrag. Deze wet voorziet in een (langduriger) groepsverbod, dat door de burgemeester kan worden opgelegd aan individuen die herhaaldelijk groepsgewijs de openbare orde hebben verstoord of bij die groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol hebben gehad, en er ernstige vrees is voor verdere verstoring van de openbare orde.

Ten slotte kunnen gemeenten afspraken maken met horecaondernemingen. Horecaondernemingen kunnen hierover richtlijnen opnemen in hun huisregels. Meerdere gemeenten maken op dit punt momenteel afspraken.

De politie werkt bovendien aan interventiestrategieën op de intimiderende aanwezigheid van (leden van) deze clubs in uitgaansgebieden.

Ik zal de mogelijkheden die genoemde instrumenten bieden tegen deze vorm van ordeverstoringen extra onder de aandacht brengen bij de gemeenten.

Vraag 3

Bent u bekend met de afspraken die door de korpsbeheerder van politie Gelderland-Midden met horecaondernemers in Arnhem zijn gemaakt over het niet toelaten van MC-leden in «colors»? Bent u bereid om dergelijke afspraken ook in andere gemeenten te introduceren dan wel te stimuleren? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te nemen, inclusief tijdpad?

Antwoord

De korpsbeheerder van politie Gelderland-Midden heeft mij bericht dat er in de gemeente Arnhem geen afspraken zijn gemaakt met de horeca over het al dan niet toelaten van specifieke groepen, zoals voetbalsupporters van een bepaalde club of een andere groep die aan bepaalde uiterlijke kenmerken te herkennen is. Wel heeft de gemeente Arnhem op verschillende momenten overleggen gevoerd met de horeca en de politie over groepen die overlast kunnen veroorzaken en waarbij de openbare orde kan worden verstoord. Daarbij ging het erom hoe kan worden gehandeld in bepaalde situaties en wat partijen daarbij van elkaar mogen verwachten. De omgang met 1%-motorclubs is daarbij ook aan bod gekomen.

Zoals ik het antwoord op vraag 2 stelde is er een tamelijk uitgebreid instrumentarium beschikbaar voor gemeenten om op te treden en ik moedig ze aan om daar goed gebruik van te maken.

Vraag 5

Is het waar dat er in het Verenigd Koninkrijk een verbod van kracht is dan wel in voorbereiding is? Zo ja, bent u bereid dit voorbeeld te volgen?

Antwoord

Navraag in het Verenigd Koninkrijk leert dat daar geen verbod specifiek op dit punt van kracht is, dan wel in voorbereiding. Wel kent het VK de zogenoemde «gang injunction» (bendeverbod). Dit is een civielrechtelijke maatregel die door politie of lokale autoriteiten kan worden opgelegd aan individuen die lid zijn van een criminele bende. Na het schenden van de injunction kan een straf worden opgelegd. De maatregel is in het VK ingevoerd met het oog op gewelddadige jeugdbendes. Ik laat mij nog informeren welk gebruik de autoriteiten van het VK maken van deze maatregel met betrekking tot het dragen van «colors» door MC-leden.

Naar boven