Vragen van het lid Smits (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
over gemeentelijke bezuinigingen op leerlingenvervoer (ingezonden 17 augustus 2012).
Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
(ontvangen 12 september 2012).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Geen geld meer voor leerlingen in schoolbusjes»?1
Antwoord 1
Zie mijn antwoorden op eerdere vragen terzake van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie),
ingezonden 17 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15155).
Vraag 2
Hoeveel bezuinigen gemeenten in totaal op leerlingenvervoer?
Antwoord 2
Zie mijn antwoorden op eerdere vragen terzake van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie),
ingezonden 17 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15155).
Vraag 3
Hoeveel leerlingen die vanwege ziekte, stoornis of handicap recht hebben op leerlingenvervoer,
komen na de zomer thuis te zitten door de bezuinigingen?
Antwoord 3
Zie mijn antwoorden op eerdere vragen terzake van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie),
ingezonden 17 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15155).
Vraag 4
In hoeverre ervaart u het als uw verantwoordelijkheid wanneer leerlingen door deze
bezuinigingen niet meer naar school kunnen gaan?
Antwoord 4
Gelet op de wettelijke regeling hebben leerlingen die aan de voorwaarden voldoen,
recht op bekostiging van het leerlingenvervoer. Als een gemeente, al dan niet door
bezuinigingen, voor dergelijke leerlingen geen of niet passend leerlingenvervoer aanbiedt,
handelt zij in strijd met de wet. Of dat het geval is, wordt getoetst door de rechter.
Vraag 5
Hoe groot zijn de eigen bijdragen die gemeenten vragen aan ouders van leerlingen die
gebruik maken van leerlingenvervoer en in hoeverre is het verplichten van een eigen
bijdrage hiervoor legaal?
Antwoord 5
In artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs zijn de voorwaarden voor een drempelbedrag
en eigen bijdrage opgenomen. Op grond van het zevende lid kan de regeling van de gemeente
bepalen dat slechts bekostiging wordt verstrekt voor zover de kosten van vervoer de
kosten van het openbaar vervoer over de door de gemeenteraad vastgestelde afstand
van ten hoogste 6 kilometer, te boven gaan. Dit geldt voor leerlingen in het basisonderwijs
en het speciaal basisonderwijs waarvan het gezamenlijk inkomen van de ouders meer
bedraagt dan € 23 850 (voor het schooljaar 2012–2013). Voor leerlingen die wegens
hun handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, danwel vanwege
hun handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken, mag de gemeente
op grond van het dertiende lid geen drempelbedrag aan de ouders vragen. Verder kan
de regeling op grond van het elfde lid bepalen dat voor basisschoolleerlingen voor
wie de afstand meer dan 20 kilometer bedraagt, dat de hoogte van de bekostiging afhankelijk
is van de financiële draagkracht van de ouders. In deze situaties is het verplichten
van een drempelbedrag of eigen bijdrage dus legaal.
Vraag 6
Bent u bereid om gemeenten die zich niet aan de wettelijke regels houden omtrent hun
verplichtingen rondom leerlingenvervoer (bijvoorbeeld wat betreft eigen bijdragen
of afstand tot de school) streng en stevig aan te pakken, desnoods met sancties?
Antwoord 6
Zie mijn antwoorden op eerdere vragen terzake van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie),
ingezonden 17 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15155).
Vraag 7
Bent u bereid om per direct met gemeenten in gesprek te gaan om te komen tot afspraken
over leerlingenvervoer met als doel dat leerlingen met ziekte, stoornis of handicap
fatsoenlijke toegang houden tot onderwijs? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 7
Zie mijn antwoorden op eerdere vragen terzake van het lid Ortega-Martijn (ChristenUnie),
ingezonden 17 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15155).
Toelichting:
deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ortega-Martijn
(ChristenUnie), ingezonden 17 augustus 2012 (vraagnummer 2012Z15155)
X Noot
1AD, 16 augustus 2012