Vragen van het lid Van Veldhoven (D66) aan de minister en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het bericht «Alarm over gifalg» (ingezonden 10 augustus 2012).

Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 7 september 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Alarm over gifalg»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u verklaren waarom er is doorgegaan met spuien van water vanuit de Ouwerkerkse Kreek in de Oosterschelde toen duidelijk werd dat de giftige algensoort Dinoflaggelaat in dit water zat en zelfs nadat er een zwemverbod was afgekondigd?

Antwoord 2

Op maandag 6 augustus heeft Rijkswaterstaat geconstateerd dat de concentratie aan algen in de Ouwerkerkse Kreek de norm voor schelpdierwater overschreed. Het gemaal heeft maandag 6 augustus om ca. 14.00 uur voor het laatst gespuid vanuit de Ouwerkerkse Kreek naar de Oosterschelde. Op dinsdagmorgen 7 augustus 2012 hebben Rijkswaterstaat en het Waterschap Scheldestromen in onderling overleg besloten niet verder te bemalen.

De algen in de kreek zijn inmiddels bestreden, spuien op de Oosterschelde is weer mogelijk. De kwaliteit van het spuiwater wordt bewaakt.

Vraag 3

Wie beslist er over het wel of niet spuien bij water van slechte kwaliteit?

Antwoord 3

Het gemaal is in beheer bij het Waterschap Scheldestromen, maar Rijkswaterstaat beslist als waterbeheerder van de Oosterschelde of spuien toelaatbaar is.

Vraag 4

Zijn de waterschappen berekend op het isoleren van besmet water indien nodig? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ieder Waterschap is in principe voorbereid op bijzondere situaties. Hiertoe behoort ook het isoleren van een watersysteem. Het zal echter veelal om een maatwerkoplossing gaan. In dit geval heeft het Waterschap Scheldestromen de besmette kreek geïsoleerd en de bestaande afwateringssituatie aangepast.


X Noot
1

Provinciale Zeeuwse Courant, 8 augustus 2012

Naar boven