Vragen van het lid Hamer (PvdA) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over een stijgend aantal loonbeslagleggingen (ingezonden 14 augustus 2012).
Antwoord van staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
4 september 2012).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht «150 000 jongeren zwaar in de schulden»?1
Vraag 2
Deelt u de zorg over het stijgende aantal loonbeslagleggingen, met name de stijging
onder jongeren, met 20 procent?
Antwoord 2
Uit informatie van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)
blijkt dat het aantal loonbeslagen stijgt. De precieze omvang van deze stijging is
niet bekend, omdat geen landelijke registratie van loonbeslagen plaatsvindt.
Op basis van de onlangs door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde
Verordening gegevensverstrekking zal de KBvG in de toekomst de beschikking krijgen
over gegevens die betrekking hebben op de werkzaamheden van haar leden, waaronder
ook beslagleggingen. De verordening wordt binnenkort gepubliceerd in de Staatscourant
en treedt dit najaar in werking.
Ongeacht de precieze omvang van de stijging van het aantal loonbeslagen is de stijging
zorgelijk,
omdat het erop wijst dat ook het aantal personen met betalingsachterstanden stijgt.
De stijging van het aantal huishoudens met betalingsachterstanden blijkt overigens
ook al uit de «Monitor betalingsachterstanden Meting 2011» (Kamerstukken II 20011/12,
33 000 XV, nr. 66).
Vraag 3
Kent u het rapport «Paritas Passé« van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders,
waaruit blijkt dat er vaak meerdere schuldeisers tegelijk beslag leggen, zonder dat
deze schuldeisers dit van elkaar weten?2
Vraag 4
Deelt u de mening dat mensen aangegane financiële verplichtingen moeten nakomen, maar
dat er wel een minimale wettelijke bescherming moet bestaan bij schuldenproblematiek
en dat deze goed moet worden gewaarborgd?
Antwoord 4
Ja, essentieel uitgangspunt is dat het vertrouwen in het handelsverkeer vergt dat
aangegane financiële verplichtingen ook worden nagekomen en als dat niet gebeurt,
dat dat rechtens ook kan worden afgedwongen. De keerzijde is dat ten behoeve van de
schuldenaar een bepaald bestaansminimum als rechtsbescherming is geregeld in het wetboek
van Burgerlijke Rechtsvordering.
Vraag 5, 6, 7 en 8
Hoe beoordeelt u de situatie, waarbij schuldenaren steeds vaker terecht komen op een
besteedbaar bedrag dat lager is dan de beslagvrije voet, te weten 90 procent van de
bijstandsnorm?
Deelt u de zorg dat dit tot onhoudbare situaties leidt? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat er een eenvoudige rangorde moet zijn tussen concurrente en preferente
crediteuren en dat de huidige beslagwetgeving te complex is? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om een inhoudelijke reactie aan de Kamer te sturen over het rapport
«Paritas Passé» en een reactie te geven op de in dit rapport geschetste situaties
en aanbevelingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6, 7 en 8
In de brief van 28 juni 2012 in het kader van de behandeling van de Wet aanscherping
handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving (Kamerstukken II 2011/12, 33 207, nr. 15) heeft het kabinet aangegeven een standpuntbepaling naar aanleiding van het rapport
«Paritas Passé Debiteuren en crediteuren in de knel door ongelijke incassobevoegdheden»
over te laten aan het volgende kabinet. Uw vragen zullen worden meegenomen in genoemde
standpuntbepaling.