Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de overstromingen op de Molukken (ingezonden 13 augustus 2012).

Antwoord van staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 september 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de overstromingen op de Molukken, waar slachtoffers te betreuren zijn en vele duizenden mensen dakloos zijn geworden?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kent u particuliere initiatieven, zoals van de Molukse gemeenschap in Zeeland, voor inzamelingsacties om snel hulp te kunnen bieden aan mensen die soms al hun bezittingen zijn kwijtgeraakt en geen dak meer boven hun hoofd hebben?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Bent u bereid te bezien of de Nederlandse overheid kan bijdragen aan een snelle leniging van de nood van de getroffenen, hetzij via de ondersteuning van deze particuliere initiatieven, hetzij via het leveren van noodhulp in samenwerking met de lokale en Indonesiche overheden? Zo ja, in welke vorm gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ambassade Jakarta heeft op mijn verzoek de mogelijkheid van een Nederlandse bijdrage aan hulpverlening in het gebied onderzocht. Uit contact met de Indonesische autoriteiten is gebleken dat er geen behoefte is aan ondersteuning door de internationale gemeenschap. Indonesië heeft recentelijk veel geïnvesteerd in de opzet en capaciteitsversterking van de nationale instantie (BNPB) die hulpverlening bij rampen coördineert. Deze organisatie beoordeelt welke hulp ten tijde van rampen nodig is. In het geval van de overstromingen op de Molukken heeft BNPB expliciet aangegeven dat er voldoende Indonesische (overheids)organisaties, inclusief het Indonesische Rode Kruis, en middelen beschikbaar zijn voor hulpverlening en wederopbouw. Sommige van deze organisaties maken voor het financieren van hun hulp gebruik van particuliere donaties. Inmiddels wordt de situatie in het gebied geleidelijk beter en is de provinciale overheid overgegaan naar de fase van reconstructie-activiteiten.

Naar boven