Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over agressie op de ggz-werkvloer (geestelijke gezondheidszorg) (ingezonden
13 augustus 2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 3 september
2012).
Vraag 2
Doet de Arbeidsinspectie onderzoek naar de veiligheid van ggz-verpleegkundigen op
de werkvloer? Zo ja, wat zijn de resultaten? Zo nee, vindt u dat de Arbeidsinspectie
hierop moet toezien? Zo nee, wie dan wel?
Antwoord 2
De Inspectie SZW, de toenmalige Arbeidsinspectie, inspecteerde van april 2010 tot
en met december 2011 in totaal 639 locaties van 200 zorginstellingen, inclusief de
ggz. Het onderwerp agressie en geweld is meegenomen. Er is nagegaan of de werkgever
voldoende maatregelen had genomen om de medewerkers te beschermen. De resultaten zijn
aan sociale partners in de zorg en de Tweede Kamer teruggekoppeld1. Voor wat betreft de ggz oordeelt de Inspectie SZW dat de instellingen hun anti-agressiebeleid
redelijk tot goed op orde hebben. Toch komen er nog steeds incidenten voor en lijkt
het risico, ondanks de maatregelen, nog niet overal voldoende beheerst.
In de «Sectoraanpak Zorg en Welzijn 2012–2015» is psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk,
werkstress, agressie en werktijden) één van de belangrijkste risico’s waar de Inspectie
SZW de aandacht op zal richten2. Voor 2012 zijn er 750 inspecties gepland gericht op psychosociale arbeidsbelasting.
Ook in 2013 is psychosociale arbeidsbelasting onderwerp van inspectie. Instellingen
die achter blijven, zullen opnieuw bezocht worden.
Daarnaast is er specifiek voor de sector zorg en welzijn een campagne ontwikkeld:
«Gezond en veilig werken, dat maakt zorg beter». Deze bestaat uit brochures, flyers,
factsheets met inspectieresultaten, testimonials, presentaties en animaties.
Vraag 3
Bent u bekend met uitspraken van ggz-verpleegkundigen dat ze agressie met 50% kunnen
terugdringen, indien ze de bevoegdheid krijgen om tijdig mensen over te plaatsen naar
een passende setting? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat ze deze bevoegdheid krijgen?
Antwoord 3
In de media heb ik vernomen dat de initiatiefnemers van de petitie graag zien dat
het aantal agressie-incidenten tegen ggz-verpleegkundigen in vijf jaar tijd met de
helft vermindert. Eén van de maatregelen die volgens hen kan helpen om dit te bewerkstelligen,
is om verpleegkundigen te kunnen laten beslissen over (over)plaatsing van een patiënt
als de veiligheid van medewerkers of andere patiënten in het geding is. Ik vind het
belangrijk om agressie in de zorg te verminderen, maar ik hecht er ook aan dat dit
punt wordt gedragen door sociale partners. Vandaar dat ik dit punt bij hen inbreng
en met hen zal bespreken of en hoe dit vorm kan krijgen. Het Actieplan «Veilig werken
in de zorg» hebben we immers samen opgesteld en werkgevers zijn primair verantwoordelijk
voor een gezonde en veilige werkomgeving voor hun werknemers.
Vraag 4
Bent u bekend met uitspraken van ggz-verpleegkundigen waaruit blijkt dat ggz-patiënten
niet altijd op de goede plek terecht komen, waardoor ze niet veilig begeleid kunnen
worden? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 4
Ik ben niet bekend met uitspraken van ggz-verpleegkundigen waaruit blijkt dat ggz-patiënten
niet altijd op de goede plek terecht komen en zodoende de veiligheid van hulpverleners
in het gedrang kan komen. Ik kan me evenwel voorstellen dat dit een reden kan zijn
waarom ggz-verpleegkundigen nog te vaak met agressie te maken hebben. Dit raakt overigens
aan het bij vraag vier genoemde voorstel om ggz-verpleegkundigen te kunnen laten beslissen
over (over)plaatsing van een patiënt. Om die reden moet het volgens mij door sociale
partners worden meegenomen bij het beraden van hun standpunt over de voorgestelde
maatregel.
Vraag 5
Zijn er voldoende behandelplekken voor psychiatrische patiënten met agressieproblematiek,
zodat ze indien nodig ook doorgeplaatst kunnen worden? Zo ja, waar blijkt dat uit?
Antwoord 5
Ja, er zijn voldoende behandelplekken beschikbaar voor psychiatrische patiënten met
agressieproblematiek. Deze patiënten kunnen behandeld worden op – of overgeplaatst
worden naar – een forensisch psychiatrische afdeling, een forensisch psychiatrische
kliniek of een kliniek intensieve behandeling. De forensisch psychiatrische klinieken
worden in voorkomende gevallen ingeschakeld, aangezien de patiënten daartoe vrijwel
allemaal in aanmerking komen op grond van de Wet «Bijzondere opnemingen in psychiatrische
ziekenhuizen».