Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het niet reageren op het gillen van een meisje dat werd uitgehuwelijkt (ingezonden 27 juli 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 29 augustus 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3206.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht over een gillend meisje dat niet door de politie werd geholpen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 5

Bent u ervan op de hoogte dat de politie achteraf wist dat het meisje gilde omdat zich verzette tegen haar uithuwelijking en daarom niet in een auto van de familie wilde stappen?

Wat vindt u van de handelwijze van de politie, te weten ernaar kijken en niet ingrijpen? Is deze handelwijze kenmerkend voor de manier waarop de politie in het algemeen omgaat met deze ernstige problematiek van huwelijksdwang of gaat het om een incident?

Deelt u de mening dat de politie op zijn minst het gillende meisje naar een hulpverleningsinstantie had kunnen brengen of hulp inschakelen?

Antwoord 2, 3 en 5

Ik kan me niet vinden in de kwalificatie dat de politie «ernaar keek en niet ingreep». Navraag bij het korps leert dat na binnenkomst van een melding van een mogelijke ontvoering de politie direct diverse acties heeft ondernomen, te weten:

  • de politie is direct ter plaatse gegaan, maar het voertuig met inzittenden was reeds vertrokken

  • er is direct een zoekactie gestart, waarbij in de omgeving met meerdere politievoertuigen is uitgekeken naar betreffend voertuig

  • er zijn adressen van mogelijke betrokkenen nagegaan en bezocht

  • er is een Burgernetactie opgestart

  • de KLPD heeft een helikopter ingezet, en

  • er is toezicht gehouden op de (snel)wegen.

Na directe inzet van deze acties is er dezelfde nacht telefonisch contact geweest tussen de politie en de betrokken vrouw (welke meerderjarig bleek). Zij verklaarde in dit telefoongesprek aan de politie dat zij tegen haar wil door haar familie was meegenomen om uitgehuwelijkt te worden. Zij was op dat moment niet meer bij haar familie en de politie heeft haar vervolgens opgehaald. De betrokken vrouw gaf aan dat zij op dat moment geen aangifte wilde doen.

De politie heeft de vrouw op dat moment ook hulpverlening aangeboden, maar dit wees zij af. Ik wil hier graag benadrukken dat de politie een hulpverleningstraject niet dwingend kan opleggen.

De vrouw gaf ten slotte aan daags erna aangifte te zullen doen. De vrouw heeft zich echter niet gemeld om dit te doen, wat tot een rechercheonderzoek heeft geleid waarin de focus lag op het vinden van betrokkene. De politiële contactpersoon voor eergerelateerd geweld was hierbij betrokken. De vermissing was aangemerkt als een categorie prioriteit 1, wat betekent dat er voortdurend actief door een team naar betrokkene is gezocht.

Dit heeft erin geresulteerd dat de politie opnieuw contact heeft gehad met de vrouw. Zij heeft aangegeven geen aangifte te willen doen en zij wenst geen verdere opvolging in deze zaak. De politie monitort de situatie.

Vraag 4

Klopt het dat de politie niets kon doen omdat het meisje geen aangifte heeft gedaan? Zo ja, hoe kan het dat de politie wel een rol speelt bij de aanpak van kindermishandeling terwijl kinderen ook geen aangifte doen?

Antwoord 4

Nee, dit klopt niet. Ook zonder de aangifte heeft de politie verdere acties ondernomen (zie mijn beantwoording onder vraag 2,3 en 5).

Vraag 6

Deelt u de mening dat de rol van de politie cruciaal is bij de aanpak van geweld tegen kinderen en vrouwen waaronder ook uithuwelijking, achterlating en huwelijksdwang? Deelt u de mening dat een actieve houding van de politie in de aanpak van deze problematiek ook een preventieve werking kan hebben naar ouders, familie en omgeving?

Antwoord 6

Ja.

Vraag 7

Bent u bereid de politie te trainen en te scholen over deze specifieke problematiek naar het voorbeeld van de aanpak eergerelateerd geweld?

Antwoord 7

De wijze waarop de politie deze zaak heeft opgepakt laat zien dat de problematiek serieus wordt genomen en dat de politie adequaat reageert. Deze zaak toont voorts aan dat in geval van zaken waarbij (mogelijk) sprake is van huwelijksdwang de eergerelateerd geweldspecialist van de politie betrokken wordt. Deze specialisten die als contactpersoon fungeren tussen korps en het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld hebben de opleiding eergerelateerd geweld gevolgd. Deze opleiding bevat ook informatie over het fenomeen van huwelijksdwang. Daarnaast kan de lokale driehoek bij complexe zaken een beroep doen op het Landelijk Expertisecentrum eergerelateerd geweld voor een verdere analyse.

Door hun directe link met het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld kunnen zij, indien nodig, (snel) gebruikmaken van de brede expertise die daar aanwezig is. Ik zie dan ook geen toegevoegde waarde in een aparte training over deze specifieke problematiek.

Vraag 8

Deelt u de mening dat het geval van dit meisje en de manier waarop de politie hiermee is omgegaan niet bijdraagt aan het vertrouwen van de slachtoffers van huwelijksdwang in het politieapparaat en dat andere meisjes ervan kan weerhouden om zich tegen uithuwelijking te verzetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Nee, die mening deel ik niet. In tegendeel, ik ben van mening dat de wijze waarop de politie deze zaak heeft opgepakt getuigt van het feit dat zij de ernst van deze problematiek onderkent en hier adequaat naar handelt. Als onderbouwing hiervoor verwijs ik graag naar mijn beantwoording van bovenstaande vragen.

Vraag 9

Deelt u de mening dat alles op alles moet worden gezet om dit meisje te achterhalen en haar alle hulp en begeleiding te bieden? Bent u bereid met het betrokken politiekorps contact op te nemen en deze zaak tot de bodem uit te zoeken?

Antwoord 9

De politie heeft de vrouw achterhaald, haar hulpverlening aangeboden en monitort de zaak (zie mijn beantwoording onder vraag 2,3 en 5).

Vraag 10

Bent u bereid deze vragen in verband met de urgentie van deze zaak en de gevolgen hiervan voor het betrokken meisje zo spoedig mogelijk te beantwoorden?

Antwoord 10

Ja.


X Noot
1

RTV-Utrecht, 25 juli 2012.

Naar boven