Vragen van het lid Hennis-Plasschaert (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de inhuur van externe expertise (ingezonden 8 september 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 oktober 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 160.

Vraag 1

Kent u het artikel «De geheimen van een supertapper»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u een uitspraak als «ik ben heel erg duwend richting OM en politie om het anders aan te pakken», gevolgd door «het zal ons zakelijk uiteindelijk geen windeieren leggen»?

Antwoord 2

Uit de context van deze passage in het interview valt af te leiden dat de uitspraak van de geïnterviewde betrekking heeft op de ideeën die hij heeft over de mogelijkheden die politie en justitie ten dienste zouden moeten staan bij de aanpak van cybercriminelen. In het bijzonder pleit hij voor meer armslag in de (wettelijke) opsporingsbevoegdheden ten aanzien van het betreden van computers op afstand en het opereren over de landsgrenzen. Deze wens is overigens ook door het OM geuit.

De uitspraken van de geïnterviewde moeten ook tegen de bovengenoemde achtergrond worden gelezen. In individuele opsporingsonderzoeken waarin gebruik werd gemaakt van de diensten van het bedrijf van de geïnterviewde is uiteraard geen sprake geweest van enige sturing op de loop van het onderzoek. Dat het bedrijf vormen van expertise commercieel exploiteert heeft in deze onderzoeken niet op gespannen voet gestaan met de belangen van de opsporing en vervolging.

Vraag 3

In hoeverre is de geschetste afhankelijkheidsrelatie met Fox-IT niet alleen uniek maar hierdoor ook kwetsbaar is?

Antwoord 3

Bij de bestrijding van high tech crime is soms behoefte aan een zeer specifiek (niche) specialisme waarvan het niet rendabel is dat deze binnen de opsporingsteams wordt onderhouden. In gevallen waarin dergelijke expertise vereist is, is de inhuur van externe expertise veelal een kostenefficiënte oplossing. Het aantal partijen dat beschikt over de vereiste expertise is beperkt. Een afhankelijkheidsrelatie is natuurlijk onwenselijk. De ingehuurde specialisten worden binnen opsporingsonderzoeken steeds actief begeleid door opsporingsambtenaren met kennis van zaken. Daarnaast worden de tactische beslissingen binnen een opsporingsonderzoek uitsluitend door de politie en het OM genomen.


X Noot
1

Vrij Nederland, 13 augustus 2011, p. 18.

Naar boven