Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de hoge administratievelastendruk bij fysiotherapeuten (ingezonden 12 juli 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 28 augustus 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3131.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de tv-uitzending waarin fysiotherapeuten alarm slaan over de hoge administratieve lasten waarmee zij worden geconfronteerd?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 3

Hebt u kennisgenomen van het manifest «Alarmfase rood, fysiotherapie in nood»?

Antwoord 3

Ja.

Vraag 2, 4

Herkent u zich in de stelling dat er van de tien behandelingen twee opgaan aan administratieve handelingen? Zo ja, welke actie gaat u hierop ondernemen?

Hoe beoordeelt u de stelling van fysiotherapeuten dat zorgverzekeraars veel informatie opeisen en dat de vertrouwelijkheid tussen patiënt en fysiotherapeut geweld wordt aangedaan?

Antwoord 2, 4

Zorgverzekeraars moeten vooraf helder zijn over de criteria op basis waarvan ze contracten met fysiotherapeuten afsluiten, zodat iedereen goed weet waar hij aan toe is. Zorgverzekeraars hebben een wettelijke plicht om zorg in te kopen en daarbij aandacht te besteden aan de kwaliteit van de zorg die zij inkopen. Het systeem zoals we dat nu hebben, nodigt de fysiotherapeut uit om de beste kwaliteit te leveren, en de zorgverzekeraar om de beste zorg te contracteren. En dat is in het voordeel van de patiënt.

Ik vind het van groot belang dat een zorgverlener voldoende tijd kan besteden aan datgene waarvoor hij is opgeleid: het leveren van zorg. Ik begrijp dat het registreren van kwaliteitsgegevens ervaren wordt als een administratieve belasting voor fysiotherapeuten die ze graag zo laag mogelijk houden. Ook zorgverzekeraars geven aan administratieve lasten tot het noodzakelijke te willen beperken. Maar ze hebben wel gegevens nodig, niet alleen met het oog op de zorginkoop, maar ook om ingediende rekeningen te kunnen beoordelen.

In de praktijk blijkt dat een deel van de problematiek van de administratieve druk goed is op te lossen door automatisering. Veel indicatoren kunnen bijvoorbeeld direct uit elektronische patiëntendossiers van de fysiotherapeuten worden gehaald. Dit systeem bestaat echter nog niet heel lang. Ik kan me dan ook voorstellen dat het voor therapeuten nog geen gewoonte is om gegevens digitaal in te voeren in plaats van een papieren dossier te schrijven. Daardoor kan het zijn dat er nu meer tijd nodig is voor documenteren van behandelingen dan wanneer men eenmaal gewend is aan deze vorm van registreren.

Daarnaast vind ik het belangrijk dat verzekeraars en fysiotherapeuten in hun contracten afspraken maken over het zo laag mogelijk houden van de administratieve lasten.

Overigens wil ik benadrukken dat er op dit gebied al veel wordt gedaan door zowel fysiotherapeuten als verzekeraars. Een aantal voorbeelden zijn onder andere te vinden in het standpunt van het KNGF2 naar aanleiding van de door u genoemde uitzending van EénVandaag.

Vraag 5

Hoe beoordeelt u de stelling van fysiotherapeuten dat zorgverzekeraars ongebreideld met patiëntgegevens mogen doen wat hen goeddunkt? Is het uitvragen van  deze gegevens noodzakelijk voor de zorginkoop en de kwaliteit? Zo nee, welke rol ziet u voor uzelf bij het beschermen van de privacy van de patiënten?

Antwoord 5

Zorgverzekeraars zijn, net als iedereen in Nederland, gehouden aan wettelijke bepalingen voor privacy vanuit de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Daarop houdt het CBP toezicht.

Voor het verdere antwoord op deze vraag verwijs ik u naar de antwoorden op Kamervragen van de leden van Gerven en Leijten (beiden SP) over de handelwijze van zorgverzekeraar Achmea om het aanleveren van patiëntengegevens door fysiotherapeuten aan derden te verplichten (ingezonden 3 april 2012).

Naar boven