Vragen van het lid Schouw (D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat in de gemeente Opmeer (Noord-Holland) burgers/vrijwilligers geen stembureaus meer mogen bemannen (ingezonden 6 augustus 2012).

Antwoord van minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 22 augustus 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht dat in de gemeente Opmeer (Noord-Holland) burgers/vrijwilligers geen stembureaus meer mogen bemannen, dus ook niet bij de Tweede Kamerverkiezingen in september a.s.?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de directe aanleiding is geweest voor deze maatregel van de gemeente Opmeer en of dit besluit van het college van Opmeer hierom te billijken is?

Antwoord 2

De gemeente Opmeer heeft mij bericht dat het college van burgemeester en wethouders heeft besloten dat zij voor de komende verkiezingen ambtenaren, collegeleden, raads- en fractieleden en fractieassistenten zal inzetten als stembureauleden. Afhankelijk van het verloop van het verkiezingsproces zal zij een nader besluit nemen over de vraag hoe zij in de toekomst de inzet van burgers/vrijwilligers zal vormgeven. Het college heeft aangegeven dat zij dit besluit heeft gebaseerd op de bevindingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in recente evaluaties waarbij blijkt dat er grote verschillen zijn in de wijze waarop de stembureaus de stemopneming uitvoeren. Deze constatering bleek ook op Opmeer van toepassing.

De gemeente stelt dat het aantal vrijwilligers dat zich de afgelopen jaren heeft gemeld te gering is om te kunnen selecteren op vaardigheden en kennis van de procedures en dat bovendien een deel van de vrijwilligers geen gebruik heeft gemaakt van de eerder aangeboden instructiemogelijkheden. Door ambtenaren aan te wijzen kan de instructie verplicht worden. De gemeente beoogt hiermee het verkiezingsproces te optimaliseren en vooral het verloop van de telling en de invulling van het proces-verbaal te verbeteren.

Vraag 3

Kunt u aangeven of het gebruikelijk is wanneer alleen ambtenaren, raads- en collegeleden stembureau’s bemensen? Zijn er ook andere gemeenten die vrijwilligers ook uitzonderingen van het lid zijn van stembureau’s? Zo ja, waarom?

Antwoord 3

Het benoemen van stembureauleden is de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders. Er zijn in de Kieswet verder geen eisen opgenomen waaraan stembureauleden moeten voldoen. Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn geen andere gemeenten bekend die vrijwilligers uitzonderen van het lidmaatschap van stembureaus. Overigens is het in veel gemeenten gebruikelijk om ambtenaren aan te wijzen als stembureaulid.

Vraag 4

Zijn er gemeenten waarbij telfouten zijn gemaakt bij het bepalen van de verkiezingsuitslag? Zo ja, wat zijn de maatregelen geweest om dit in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 4

Zoals al in de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 is vermeld (Kamerstukken 2010–2011, 31 142, nr. 25) kan het maken van fouten bij het tellen van de stempassen, stembiljetten en stemmen niet worden uitgesloten. Het kabinet is van mening dat het maken van fouten zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Tevens zouden fouten opgespoord moeten kunnen worden. In 2010 is daarom het model van het proces-verbaal voor de leden van het stembureau aangepast alsmede de instructie voor stembureauleden. Bij de evaluatie van de provinciale statenverkiezingen (Kamerstukken 2011–2012, 31 142, nr. 31) is geconstateerd dat er grote verschillen zijn in de wijze waarop de stembureaus de stemopneming uitvoeren. Uit de waarnemingen die toen zijn gedaan blijkt dat als de leden van het stembureau de stemopneming op dezelfde wijze uitvoeren de kans op een kloppende telling toeneemt. In deze evaluatie, die met de Kamer is besproken, is dan ook gesteld dat gemeenten moeten controleren of stembureauleden zich aan de instructies houden en dat de uitkomsten van die controles moeten worden betrokken bij de vraag of een stembureaulid bij een volgende verkiezing opnieuw moet worden benoemd.

Vraag 5

Bent u voornemens te bevorderen dat de gemeente Opmeer alsnog vrijwillige burgers aanneemt op stembureaus, te beginnen bij de Tweede Kamerverkiezingen in september?

Antwoord

Het kabinet is van mening dat de inzet van vrijwilligers in het verkiezingsproces waardevol is. De gemeente Opmeer heeft op basis van ervaringen uit het verleden besloten geen vrijwilligers in te willen zetten. Die afweging respecteer ik, zeker gelet dat het benoemen, zoals gesteld in antwoord 3, van stembureauleden de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders. De gemeente Opmeer heeft mij laten weten dat zij het verloop van de komende verkiezing zal evalueren en deze resultaten zal betrekken bij de keuze die men maakt voor de verkiezingen die in de toekomst moeten worden gehouden.


X Noot
1

Binnenlands Bestuur van 1 augustus 2012

Naar boven