Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over
de Rotterdamsebaan (ingezonden 12 juli 2012).
Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu)
(ontvangen 21 augustus 2012).
Vraag 1
Kunt u toelichten waarom de geplande capaciteit van de Rotterdamsebaan is verkleind
van grofweg 70 000 autobewegingen naar 38 000 autobewegingen per etmaal?
Antwoord 1
De Rotterdamsebaan zal worden uitgevoerd met 2x2 rijstroken. Dit was ook het plan
in 2008.
In 2008 was de verwachting, dat circa 70 000 auto’s per etmaal gebruik zouden maken
van de Rotterdamsebaan. Bij de verkeersberekeningen is destijds uitgegaan van een
directe aansluiting van de Rotterdamsebaan op het Hoofdwegennet (A4 en A13) en een
deels ongelijkvloerse aansluiting op het stedelijke wegennet. Gebleken is echter,
dat deze verkeersintensiteit niet adequaat kan worden verwerkt op het aansluitende
stedelijke wegennet dan wel daar zou leiden tot milieuknelpunten.
Door de nu voorgenomen wijze waarop de Rotterdamsebaan wordt aangesloten op het Hoofdwegennet
(op de kruising met verkeerslichten binnen Knooppunt Ypenburg) en op het stedelijke
wegennet (met onder meer T-splitsing) wordt het verkeersaanbod van de Rotterdamsebaan
op beide wegennetwerken in voldoende mate beperkt. Naar huidig inzicht zullen in 2020
circa 38 000 auto’s per etmaal gebruik maken van de Rotterdamsebaan.
Wat dit betekent voor de (maatschappelijke) kosten en de baten van het project zal
blijken uit de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) van het project, waaraan
de gemeente nu werkt.
Vraag 2
Komt dit voort uit de hoge verkeersintensiteiten op de A4 (hoofdbaan en parallelbaan)
als gevolg van de toenemende drukte op de desbetreffende weggedeelten vanwege de overige
geplande projecten in de Zuidvleugel? Of door te kleine capaciteit van de wegvakken
die aan weerszijden aansluiten op de Rotterdamsebaan? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 2
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 3
Is hier een relatie met de afmetingen van de weefvakken waarop de Rotterdamsebaan
uitkomt bij de A4?
Antwoord 3
Nee. De Rotterdamsebaan zal worden aangesloten op de kruising binnen Knooppunt Ypenburg.
Na het passeren van de verkeerslichten kan het verkeer de A13 en de A4 op.
Vraag 4
Kunt u aangeven of er fysiek voldoende ruimte is voor de geplande weefvakken bij de
aansluitingen Rotterdamsebaan en toelichten of dit technisch haalbaar is?
Antwoord 4
Ja. Er is voldoende ruimte en het is technisch haalbaar.
Vraag 5
Kunt u garanderen dat alle weefvakken, die benodigd zijn voor een veilige en goede
inpassing, daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden binnen het gestelde budget?
Antwoord 5
Ja. De Rotterdamsebaan is een regionaal/lokaal project. Ik verleen een subsidie voor
dit project, mits wordt voldaan aan de gestelde eisen daarbij, die zijn verwoord in
de subsidievoorwaardenbrief van december 2008.
Een verkeersveilig ontwerp is vanzelfsprekend een eis van zowel de gemeente Den Haag
en het stadsgewest Haaglanden zelf als van mij.
Vraag 6
Op welke drie plaatsen moet het verkeer worden gereduceerd, om te voorkomen dat de
verkeersintensiteit in en buiten de Rotterdamsebaan te hoog wordt, zoals in de studie
is aangegeven? Wat is het verkeerskundige effect daarvan op die plaatsen en elders?
Antwoord 6
De verkeerscapaciteit van de Rotterdamsebaan wordt vooral bepaald door de capaciteit
van het aansluitende stedelijke wegennet en de tunnel. Om een te grote verkeersstroom
op het aansluitende stedelijke wegennet en/of in de tunnel te voorkomen is de vormgeving
van de aansluitingen (binnen Knooppunt Ypenburg en op de Centrumring) geoptimaliseerd.
De aansluitingen fungeren daarbij als de «doseerpunten» voor de tunnel en de Centrumring.
Vraag 7
Bent u bereid de kosten-batenanalyse openbaar te maken?
Antwoord 7
De Rotterdamsebaan is een regionaal/lokaal project. Het is aan de gemeente Den Haag
en het Stadsgewest Haaglanden om deze al dan niet te publiceren.