Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Buitenlandse Zaken over foto’s over executies in Indonesië (ingezonden 11 juli 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 17 augustus 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Eerste beeld van executies in Indië»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat op één der gepubliceerde foto’s twee Nederlandse militairen zijn te zien bij een greppel met gedode Indonesiërs? Acht u het aannemelijk dat Nederlandse militairen verantwoordelijk zijn voor de dood van de betreffende Indonesiërs? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 2

Op een van de gepubliceerde foto’s zijn twee militairen in uniform van de Koninklijke landmacht te zien. Op basis van de foto’s kan niet worden geconcludeerd dat deze militairen verantwoordelijk zijn voor de dood van de slachtoffers op de foto.

Vraag 3

Kunt u bevestigen dat noch bij het oorlogsinstituut NIOD, noch bij het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie (NIMH) dergelijke foto’s bekend zijn?

Antwoord 3

Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) heeft ongeveer 2 miljoen foto’s, 7000 films en tientallen fotoboeken van veteranen in bezit. Dit beeldarchief bevat indringende foto’s van slachtoffers uit de Bersiapperiode, van slachtoffers van gevechtshandelingen tijdens de dekolonisatiestrijd van Indonesië (1945–1949), alsmede van het optreden van het Depot Speciale Troepen KNIL onder leiding van kapitein R.P.P.Westerling op Zuid-Celebes. Deze beelden bevinden zich al jaren in het publieke domein.

Vraag 4

Bent u bereid eerder genoemde instituten onderzoek te laten doen naar de exacte plaats en de toedracht van de gefotografeerde executies? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 4

Vanuit hun wetenschappelijke onafhankelijkheid zetten zowel het NIOD als het NIMH hun eigen onderzoeksprogramma’s uit.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het nieuwe beeldmateriaal aanleiding geeft om een nieuw wetenschappelijk onderzoek te laten doen naar de oorlog in Indonesië in de jaren 1945–1949, zodat een volledig beeld ontstaat van de gebeurtenissen in die oorlog? Zo ja, bent u bereid daartoe opdracht te geven? Indien neen, waarom niet?

Antwoord 5

Op 19 juni jl. hielden enkele historische instituten een pleidooi voor verder onderzoek naar de gebeurtenissen in Indonesië in de jaren 1945–1949. Vanzelfsprekend staat het de instituten vrij om binnen hun programma en verantwoordelijkheidsgebied ruimte te maken voor studie naar het geweldsgebruik in de periode van dekolonisatie. Zij zijn hiervoor geëquipeerd en zij beschikken over de benodigde onderzoeksbudgetten. Zij kunnen dit onderzoek desgewenst in gezamenlijkheid doen met internationale partners. Wij zien hierbij geen inhoudelijke, sturende of begeleidende rol voor het kabinet.


X Noot
1

De Volkskrant, 10 juli 2012.

Naar boven