Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
over het bericht dat ziekenhuisbestuurders nog altijd exorbitante vertrekpremies krijgen
(ingezonden 28 juni 2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 augustus
2012).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat 13 ziekenhuisbestuurders vorig jaar gezamenlijk
3,3 miljoen euro aan vertrekpremies hebben getoucheerd? Deelt u de mening dat dit
een schandelijke verspilling is van geld dat ten goede zou moeten komen aan de zorg?
Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Mijn reactie is dat het goed is dat het kabinet een voorstel voor een normeringswet
heeft ingediend, TK 32600. Daarin worden ook de ontslagvergoedingen genormeerd.
Vraag 2
Deelt u de mening dat hieruit blijkt dat zelfregulering met betrekking tot de beloning
van zorgbestuurders niet werkt? Zo nee, op grond waarvan beschouwt u de zakkenvullerij
in de zorg als geslaagde zelfregulering?
Antwoord 2
Ik deel die mening niet. De zelfregulering in de vorm van het toepassen van de beloningscode
voor bestuurders in de zorg (BBZ) is eind 2009 in werking getreden. Hij geldt dus
voor contracten die na die tijd zijn afgesloten. Mijn indruk is dat de contracten
die in het artikel aan de orde komen, dateren van vóór die tijd.
Daarnaast geldt dat het kabinet al een wettelijke normeringsregeling heeft voorgesteld
in de vorm van de WNT (wet normering topinkomens). Het wetsvoorstel daartoe ligt nu
ter behandeling in de eerste Kamer.
Vraag 3
Op grond waarvan is het toegestaan dat door de premiebetaler opgebracht geld wordt
uitgegeven aan bonussen voor bestuurders? Wilt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Voor het toekennen van bonussen in de zorg is geen toestemming, vooraf noch achteraf,
van het kabinet vereist. Het is tot nu toe nergens in regelgeving verboden. In de
normeringswet, de WNT, moesten eventuele bonussen aanvankelijk binnen de norm voor
het totale inkomen vallen. In het geamendeerde wetsvoorstel zoals dat inmiddels bij
de Eerste Kamer ligt, zijn bonussen echter helemaal verboden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het uitdelen van bonussen in de ziekenhuiszorg ongepast is,
omdat van bestuurders – evenzeer als van verpleegkundigen – wordt verwacht dat zij
hun werk goed doen? Zo nee, op grond waarvan vindt u bonussen in de ziekenhuiszorg
gerechtvaardigd?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 3.
Overigens is het toekennen van een extraatje voor medewerkers die extra inzet tonen,
een gebruikelijk instrument in het personeelsbeleid. Het gaat er daarbij om dat de
maatvoering niet buiten proporties raakt. Ik wil er dan ook voor waarschuwen dat u
mijn antwoord niet moet uitleggen als dat ik de medewerkers in de zorg een financieel
complimentje misgun. Als dat maar binnen redelijke proporties ligt, moet dat kunnen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat zorgbestuurders onder dezelfde cao als het overige ziekenhuispersoneel
dienen te vallen? Zo nee, wat maakt hen zo speciaal dat zij buiten het loongebouw
zouden moeten opereren?
Antwoord 5
Het is aan sociale partners om de werkingssfeer van hun cao te bepalen. De BBZ is
trouwens een extrapolatie van de cao-loongebouwen voor de functiezwaarte van bestuurders.
Vraag 6
Wat is de opvatting van de zorgverzekeraars over deze ondoelmatigheid in de ziekenhuiszorg?
Welke actie hebben zij ondernomen?
Antwoord 6
Zorgverzekeraars letten er bij hun inkoop van zorg op dat er concurrerende tarieven
worden afgesloten. Zij beschikken over een set benchmarks omdat zij bij meerdere zogaanbieders
zorg inkopen.
Vraag 7
Op welke wijze gaat u optreden tegen de verantwoordelijken voor de 3,3 miljoen euro
aan vertrekpremies? Wilt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Zoals uit mijn antwoord op vraag 3 blijkt, zijn er geen formele regels overschreden.
Het kabinet heeft al enige tijd een wetsvoorstel voor een normeringswet, de WNT (wet
normering topinkomens) bij het parlement ingediend.
X Noot
1Medisch Contact, 27 juni 2012.