Vragen van de leden Van Toorenburg (CDA), Gesthuizen (SP) en Bouwmeester (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de opsplitsing c.q. verplaatsing van het Pieter Baan Centrum (ingezonden 10 juli 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 14 augustus 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3167

Vraag 1

Heeft ook u kennisgenomen van de berichtgeving1 over de opsplitsing c.q. verplaatsing van het Pieter Baan Centrum?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Vind u het kies om hierover met geen woord te spreken in de Tweede Kamer, ook niet in de zeer recente debatten over de terbeschikkingstelling (tbs), waarin  het Pieter Baan Centrum uitvoerig aan de orde kwam?

Antwoord 2

De huidige locatie van het Pieter Baan Centrum voldoet slechts beperkt aan de huidige eisen die aan overheidsgebouwen worden gesteld. Dit is een probleem dat al enige jaren bekend is. Het gebouw aanpassen aan de eisen van de huidige tijd te voldoen, vraagt om zeer substantiële investeringen. De middelen die hiervoor nodig zijn, ontbreken. Daarom onderzoekt het Pieter Centrum al enige tijd de mogelijkheden voor een verhuizing. In de beleidsbrief tbs van 23 maart jl.2 en in die van 17 februari 20113 heb ik u reeds geïnformeerd over de plannen om de klinische onderzoeken van het Pieter Baan Centrum meer landelijk gespreid te kunnen uitvoeren. Ook heb ik u geïnformeerd over de beoogde locaties waarmee ik afspraken maak. In het debat met uw Kamer op 14 juni jl. is inderdaad uitgebreid gesproken over het Pieter Baan Centrum. De weigerende observandi, de wachtlijsten van het Pieter Baan Centrum en de kwaliteit van de rapportages hadden daarbij prioriteit. De mogelijke verhuizing van het Pieter Baan Centrum is toen niet besproken. Er waren op dat moment t.a.v. de verhuizing geen nieuwe ontwikkelingen, dan die waarover ik uw Kamer reeds eerder had geïnformeerd.

Vraag 3

Kunt u de Tweede Kamer per omgaande volledig informeren over de plannen aangaande het Pieter Baan Centrum?

Antwoord 3

Zoals ik ook heb aangegeven in de beantwoording van de vragen (2012Z14241) van het lid Van der Steur (VVD) werkt het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) voortdurend aan het verbeteren van de kwaliteit. Een onderdeel daarvan is een inhoudelijke heroriëntatie van de klinische observatie. Het NIFP wil haar klinische kennis breder ter beschikking stellen aan het gehele Pro Justitia-onderzoeksveld. Dit betekent dat er ook buiten de hoofdlocatie van het Pieter Baan Centrum klinische observaties uitgevoerd moeten kunnen worden. De onderzoekscapaciteit wordt uitgebreid door meer observatieplaatsen te realiseren en differentiatie aan te brengen in de onderzoeksarrangementen. Dit alles volgens de onderzoeksmethodes van het NIFP en onder strikte voorwaarden rond het onderzoeksklimaat. Het NIFP borgt dat haar kwaliteitssysteem gehandhaafd wordt en dat de merknaam PBC-rapport kwaliteit blijft garanderen. Voor o.a. de kwaliteitsbewaking en het koppelen van de vraagstellingen aan de verschillende onderzoeksarrangementen richt het NIFP een centrale klinische rapportage bemiddeling in. Naast de verouderde huisvesting van het Pieter Baan Centrum in Utrecht, is ook dit aanleiding voor een verhuizing van het PBC naar het Multifunctioneel Forensisch Centrum (MFC) te Almere. Naast het Pieter Baan Centrum zijn in dit centrum gehuisvest, de Oostvaarderskliniek en een onderdeel van Centrum Maliebaan (een particuliere instelling). Een heldere scheiding met de andere gebruikers van het MFC is van groot belang. Het Pieter Baan Centrum zal een zelfstandige voorziening binnen het MFC creëren voor 24 plaatsen. Naast de verhuizing van de hoofdlocatie naar Almere wordt een samenwerking aangegaan met het Penitentiair Psychiatrisch Centrum Amsterdam (8 plaatsen) en de Woenselse Poort van GGz Eindhoven (7 plaatsen).

Deze plannen bieden mogelijkheden om capaciteitsuitbreiding én vernieuwing van het product klinische rapportage vorm te geven. Implementatie van deze plannen is thans voorzien voor 2013.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Steur (VVD), ingezonden 6 juli 2012 (2012Z14241)


X Noot
1

Volkskrant, 7 juli 2012.

X Noot
2

Kamerstukken II, 29 452, nr. 138.

X Noot
3

Kamerstukken II, 29 452, nr. 146.

Naar boven