Vragen van lid Hennis-Plasschaert (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het nut en de noodzaak van een Nationale Fraude Autoriteit (ingezonden 4 juli 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 1 augustus 2012)

Vraag 1, 2

Deelt u de mening dat de de grote hoeveelheid (circa 23) meldpunten een goede en overzichtelijke informatiepositie kan ondermijnen?1 Zo nee, waarom niet?

Deelt u de mening dat de informatie aanwezig bij een grote hoeveelheid meldpunten zich moeilijk laat analyseren, vanwege verschil in onderzoek, definitieverschillen, verschillende ICT-infrastructuur evenals verschillen in de wijze van informatiedeling? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2

Er zijn diverse publiek en private fraude meldpunten, waarvan een aantal zeer gespecialiseerd is. Dat meerdere diensten zich bezighouden met fraudebestrijding is een gevolg van de vele verschijningsvormen van fraude en de diverse partijen die hierbij betrokken zijn. Dat hoeft op zichzelf geen probleem te zijn, zo lang burgers en bedrijven maar weten waar ze terecht kunnen met vragen en mits de meldpunten met elkaar contact hebben. In dit opzicht is van belang dat uit de evaluatie van de Fraudehelpdesk is gebleken dat deze zich ontwikkelt tot een centraal punt voor burgers en bedrijven met vragen over fraude.

Vraag 3

Deelt u de mening dat een meer systematische aanpak (het laten samenkomen van die informatiestromen en het ombouwen van informatie naar  «intelligence») mede van groot belang is in het kader van financieel opsporen en afpakken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Cruciaal voor een succesvolle aanpak is dat de verschillende diensten elkaar weten te vinden om in concrete zaken de afweging te maken wie het best geëquipeerd is om een individuele zaak op te pakken. Samenwerken en informatiedeling zijn daarbij noodzakelijke randvoorwaarden. De vorming van de Nationale Politie zal een belangrijke bijdrage leveren aan een meer systematische aanpak om kennis, capaciteit en intelligence op het terrein van de fraudebestrijding binnen de opsporing te borgen en te versterken. Eenzelfde beweging is al eerder gemaakt binnen het Openbaar Ministerie door de oprichting van het Functioneel Parket en het BOOM.

Vraag 4, 5

Bent u bereid om u op korte termijn nader te laten informeren over de mogelijkheden om tot een Nationale Fraude Autoriteit te komen en de Tweede Kamer hierover in te lichten?

Deelt u de mening dat genoemde autoriteit,of een vorm hiervan, onder uw directe verantwoordelijkheid zou moeten vallen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4, 5

Omdat fraudebestrijding een prioriteit is van dit Kabinet kijk ik goed hoe andere landen fraudebestrijding aanpakken. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat instrumenten niet altijd één op één kunnen worden overgenomen omdat de nationale systemen verschillen, maar dat het wel goed is om ervaringen en succesvolle instrumenten met elkaar uit te wisselen. In dat verband ben ik in april van dit jaar op werkbezoek in het Verenigd Koninkrijk geweest en heb mij daar laten informeren over de Britse fraudestrategie en de Nationale Fraude Autoriteit. Dit is voor mij aanleiding geweest om nader te bezien of en in welke mate elementen van de Britse fraude-aanpak en -instituties ook voor Nederland interessant zijn om toe te passen en in te richten. De afweging onder wiens verantwoordelijkheid een dergelijke institutie zou moeten vallen is nog niet aan de orde.


X Noot
1

Voorbeelden zijn:

  • Fraudemeldpunten OM

  • Fraudemeldpunten Politie

  • Fraudehelpdesk

  • Financial Intelligence Unit (Min V&J)

  • Internetfraude (KLPD)

  • Meldpunt faillissementsfraude (FP/OM)

  • Steunpunt Aquisitiefraude (SAF)

  • Meld Misdaad Anoniem (tbv SIOD)

  • Meldpunt cybercrime, Internetoplichting, Thuiswerk

  • St. Fraude Aanpak Detailhandel

  • Centraal meldpunt Identiteitsfraude

Naar boven