Vragen van de leden Wilders en Bontes (beiden PVV) aan de minister-president, de minister van Algemene Zaken en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over het bericht «Brussel wil meer geld van EU-lidstaten» (ingezonden 26 juli 2012).

Antwoord van staatssecretaris Knapen (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 7 augustus 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht  «Brussel wil meer geld van EU-lidstaten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het krankzinnig is dat in een tijd van economische crisis, waarin Nederlandse burgers al keihard door u en uw Kunduz-vrienden gepakt worden, de ongekozen eurocraten in Brussel om nog meer geld vragen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2

Nederland heeft tegen de in het bericht genoemde Raadspositie gestemd (vastleggingen +1,3% en betalingen +2,8% ten opzichte van 2012), omdat deze ver verwijderd is van de Nederlandse positie gericht op een nominale bevriezing van de jaarbegroting. Het kabinet vindt dat in de huidige economische situatie de Europese begroting zich moeten voegen naar de bezuinigingsinspanningen van lidstaten.

Vraag 3

Heeft u er lol in miljarden over de balk te smijten naar corrupte Zuid-Europese landen en failliete banken en ook nog eens regeringsleider van een land te zijn dat de grootste netto-betaler van Europa is? Zo ja, realiseert u zich dat het lachen u snel zal vergaan?

Antwoord 3

Het kabinet is het oneens met de gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten die wel bereid blijkt te zijn om de Europese begroting te verhogen.

Vraag 4

Wilt u, als het gaat om de financiële bijdrage aan de EU, de geschiedenisboekjes ingaan als een Thatcher of als een eurofiel? Indien als een Thatcher, bent u dan bereid met uw VVD-tasje op tafel te slaan en onze gehele financiële bijdrage aan de EU met vele miljarden extra te verlagen danwel geheel te stoppen en het daarmee bespaarde geld te  gebruiken om de lasten van de Nederlandse te verlagen?

Antwoord 4

Ten aanzien van de Europese meerjarenbegroting is de hoofddoelstelling van het kabinet om de Nederlandse afdrachten substantieel te verminderen en de begroting te moderniseren. Het kabinet zet daarbij in op

  • 1) bevriezing van het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020, wat een besparing inhoudt van ten minste 100 miljard euro ten opzichte van de voorstellen van de Europese Commissie;

  • 2) behoud van de huidige korting op de Nederlandse afdrachten aan de EU; en

  • 3) behoud van de huidige vergoeding voor het innen van douanerechten en landbouwheffingen.

Naar boven