Vragen van de leden Leijten (SP) en Voortman (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitslag van het referendum over de cao VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorgorganisaties) (ingezonden 5 juli 2012).

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 augustus 2012).

Vraag 1

Hoe verklaart u dat 96 procent van de meer dan 20 000 deelnemers aan het referendum over de cao VVT heeft tegengestemd? Kunt u uw antwoord toelichten?1

Antwoord 1

Daar heb ik geen verklaring voor. De berichtgeving over het onderzoek is daarvoor trouwens ook te summier.

Vraag 2

Deelt u de mening dat 20 000 deelnemers aan het referendum een hoge opkomst is? Hoe verklaart u de animo om mee te doen aan het referendum?

Antwoord 2

Mijn mening over de cao-VVT is eigenlijk niet relevant, want ik zit noch aan de cao-tafel, noch maak ik deel uit van de achterban van een der cao-partijen. In mijn brief van 3 juli naar aanleiding van uw vraag over de winst in de care bij de regeling der werkzaamheden van 12 juni ben ik al op de nieuwe cao-VVT ingegaan. Kortheidshalve verwijs ik daarom naar die brief.

Vraag 3

Vindt u het in het belang van de VVT-sector dat er zo weinig draagvlak is voor de cao?

Antwoord 3

Ik vind het van belang dat een cao volgens de regels die daarvoor gelden, in zowel het arbeidsrecht als in het verenigingsrecht, tot stand komt.

Vraag 4

Hoe gaat u er voor zorgen dat er een cao VVT komt, die meer gedragen is door de mensen die onder de cao moeten werken? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Zie mijn antwoord op vraag 2. Verder wijs ik op het antwoord op de vragen 5, 6 en 7 van de vragenset van het lid Wolbers over het grote gebruik van flexwerkers in de zorg. Daarin kom ik ook terug op uw, inmiddels verworpen, motie 161.

Vraag 5

Hoe gaat u om met de motie Leijten/Voortman?2

Antwoord 5

Die heb ik ter kennis gebracht van mijn collega op SZW.

Naar boven