Vragen van het lid Hennis-Plasschaert (VVD) aan de minister van Veiligheid en Justitie
over getuigenbescherming (ingezonden 2 juli 2012).
Mededeling van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 25 juli
2012).
Vraag 1
Kent u het artikel «Het onontgonnen terrein van getuigenbescherming»?1
Vraag 2
Deelt u de kritische kanttekeningen van de auteurs bij de verdeling van verantwoordelijkheden
in het kader van getuigenbescherming evenals bij de procedurele waarborgen? Zo ja,
welke maatregelen bent u voornemens te nemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat er een bijzondere zorgplicht bestaat voor een persoon die zich
in een (levens)bedreigende situatie bevindt ten gevolge van zijn of haar medewerking
aan opsporing en vervolging? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat (vroeg of laat in het proces) heel veel bewijsmateriaal direct
tot de getuige te herleiden is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in hoeverre is het volledig
afschermen van getuigen dan überhaupt realistisch? Welke maatregelen bent u in dezen
voornemens te nemen?
Vraag 5
Is het waar dat getuigen die in het kader van getuigenbescherming worden beschermd,
zijn uitgesloten van het stelsel bewaken en beveiligen? Zo ja, acht u dit ook voor
de toekomst gerechtvaardigd?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het eigenlijk de wereld op z’n kop is als getuigen die tegelijkertijd
slachtoffer zijn «huis en haard» moeten verlaten?
Vraag 7
Bent u met het de auteurs eens dat het onontgonnen terrein van getuigenbescherming
in schril contrast staat met de gedetailleerde regeling van de toezeggingen die kunnen
worden gedaan aan getuigen die tevens verdacht of veroordeeld zijn? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 8
Bent u het met de auteurs van bovengenoemd artikel eens dat het Besluit getuigenbescherming
nauwelijks aanknopingspunten biedt voor het bepalen van de concrete inhoud en duur
van de beschermingsmaatregel(en)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Welke normen gelden er op dit moment voor het vaststellen van de hoogte van de aan
de getuige te verstrekken financiële tegemoetkoming?
Vraag 10
Deelt u de mening dat duidelijk moet worden gemaakt welke maatstaven gelden voor de
financiële ondersteuning van de getuige gedurende een bepaalde periode, waarin deze
op weg wordt geholpen, evenals de voorwaarden waaronder? Zo ja, welke maatregelen
bent u voornemens te nemen, inclusief tijdpad?
Vraag 11
Klopt de stelling van de auteurs dat de Politiewet 1993 uitsluitend voorziet in een
tijdelijke en niet in een definitieve wijziging van de identiteit? Zo ja, bent u voornemens
om dit te wijzigen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Welke zijn in Nederland de tussenvormen tussen a) het niet verlenen van bescherming
en b) de opname in een getuigenbeschermingsprogramma?
Vraag 13
Bent u van mening dat de wet en het Besluit getuigenbescherming de getuige (evenals
de met getuigenbescherming belaste autoriteiten) meer handvatten moeten bieden? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te nemen, inclusief tijdpad?
Vraag 14
Deelt u de mening dat juist getuigen die tegelijkertijd slachtoffer zijn zich gesteund
moeten weten door het openbaar bestuur?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Hennis-Plasschaert
(VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over getuigenbescherming
(ingezonden 2 juli 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord,
aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen
zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
X Noot
1Nederlands Juristenblad 08-06-2012 AFL. 23.