Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over de aanpak van kindersekstoerisme (ingezonden 28 juni 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 19 juli 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht dat Ghana een ideaal jachtgebied is voor Nederlandse kindersekstoeristen?1

Vraag 2

Zet de in 2006 gesignaleerde tendens door dat kindersekstoerisme zich lijkt te verschuiven van Azië naar Afrika en Latijns Amerika?2

Vraag 3

Hoe geeft u in algemene zin vorm aan het voorkomen en bestrijden van kindersekstoerisme? Hoeveel strafzaken zijn er sinds uw aantreden tegen vermoedelijke Nederlandse kindersekstoeristen in onderzoek genomen? In hoeveel gevallen heeft dat tot een strafrechtelijke veroordeling geleid?

Vraag 4

Is het waar dat in het in het bericht genoemde voorbeeld van een Limburgse verdachte min of meer afgezien wordt van Nederlandse opsporingsactiviteiten omdat de Ghanese justitie de zaak in onderzoek heeft? Zo ja, was het u bekend dat de verdachte reeds op de dag van zijn arrestatie alweer is vrijgelaten omdat hij volgens een woordvoerster van de Ghanese zedenpolitie een hoge borgsom had betaald, ook al is het in Ghana niet toegestaan om verdachten van kindermisbruik op borg vrij te laten? Wat was de reden van de vrijlating en hoe verhoudt zich deze Ghanese beslissing tot het Nederlandse recht tot strafvervolging? Klopt het dat deze verdachte ondanks de tegen hem bestaande verdenkingen ongestoord heen-en-weer kan reizen tussen Nederland en Ghana?

Vraag 5

Moet met andere woorden geconcludeerd worden dat de verdenkingen tegen deze Nederlandse verdachte zowel in Ghana als in Nederland onuitgezocht blijven? In hoeverre staat dit voorbeeld symbool voor de Nederlandse aanpak van kindersekstoerisme? Laat dit voorbeeld niet eigenlijk zien dat de Nederlandse aanpak van kindersekstoerisme daadkracht mist?

Vraag 6

Welke maatregelen neemt u zich, naast het inmiddels gelanceerde meldpunt voor, om kindersekstoerisme daadkrachtiger te voorkomen en te bestrijden?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, dat de schriftelijke vragen van het lid Dibi (GroenLinks) over de aanpak van kindersekstoerisme (ingezonden 28 juni 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

«Paradijs voor pedo’s», OneWorld magazine, www.oneworld.nl.

X Noot
2

«Commercial sexual exploitation of children in tourism», Ghana NGO Coalition on the Rights of the Child 2006.

Naar boven