Vragen van het lid Jadnanansing (PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de frauderende hoogleraar verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) (ingezonden 26 juni 2012).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 16 juli 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Hoogleraar Erasmus ontkent fraude»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van de hoogleraar in kwestie dat de regels ruimte laten voor de fraude die hij heeft gepleegd? Zo nee, moeten de regels worden aangescherpt?

Antwoord 2

Nee, die mening deel ik niet. Door de VSNU zijn de gedragsregels onlangs aangescherpt. Onderzoekers hebben een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om naleving van de (aangescherpte) gedragregels.

Vraag 3

Wat zegt het over het wetenschappelijke klimaat aan de EUR en in het veld van de sociale psychologie dat de hoogleraar in kwestie in een ander bericht2 zegt dat «de cultuur binnen zijn werkveld en afdeling zodanig is dat hij zich als persoon niet schuldig voelt»?

Antwoord 3

Ik kan geen uitspraken doen over de cultuur binnen de EUR. De cultuur binnen welke instelling dan ook kan nimmer een excuus zijn om de regels te overtreden. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 al heb aangegeven, heeft, de onderzoeker een eigen verantwoordelijkheid op het punt van naleving van gedragsregels. De instelling ziet hierop toe en neemt – indien noodzakelijk – maatregelen.

Vraag 4

Ziet u naar aanleiding van dit geval reden tot een gesprek met de universiteiten dan wel het aanscherpen van de regels? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, daartoe zie ik geen aanleiding. Zie verder het antwoord op vraag 2.

Naar boven