Vragen van de leden Hachchi (D66) en Van Gent (GroenLinks) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over aanhoudende ontevredenheid op de BES-eilanden (ingezonden 6 juni 2012).

Antwoord van minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 29 juni 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving betreffende de aanhoudende ontevredenheid op Bonaire?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u zich er van bewust dat de onderliggende frustraties ook op Saba en Sint Eustatius actueel zijn?

Antwoord 2

Op alle drie de eilanden bestaan bij bepaalde groepen gevoelens van onvrede. Tegelijkertijd zijn er ook op alle drie de eilanden belangrijke verbeteringen gerealiseerd ten opzichte van vóór 10-10-2010.

Vraag 3

Wat is volgens u de aanleiding voor de onrust en de gevoelens van onmacht op de drie eilanden?

Antwoord 3

In tegenstelling tot berichtgeving in enkele media was er geen sprake van dreigende rellen op Bonaire, noch in de rest van Caribisch Nederland. Het eilandbestuur van Bonaire heeft dit eveneens aan de pers laten weten en zegt dat ervoor moet worden gewaakt dat er een beeld ontstaat dat niet representatief is voor Bonaire en haar inwoners. Inwoners van Caribisch Nederland hebben dezelfde democratische rechten als inwoners van het Europese deel van ons land. In die zin zijn zij net zo «machtig».

Vraag 4

Deelt u de constatering dat een van de aanleidingen het uitblijven van sociaal-maatschappelijke verbeteringen betreft? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

De petitie van de actiegroep Bezorgde Bonairianen heeft betrekking op de voorgestelde Grondwetswijziging en het verloop van het staatkundig proces en de wijze waarop daarbinnen twee referenda hebben plaatsgevonden. Ook eerdere petities benadrukten het zelfbeschikkingsrecht van de inwoners van Bonaire. De actiegroep heeft daarnaast via enkele protestacties aandacht gevraagd voor sociaal-economische problematiek en respect voor de eigen cultuur en identiteit.

Vraag 5

Wanneer kan de Kamer de resultaten van het meermaals toegezegde koopkrachtonderzoek verwachten?

Antwoord 5

Die heeft u ontvangen bij brief van de staatssecretaris van Financiën d.d. 11 juni 2012.

Vraag 6

Bent u bereid, zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, met de betreffende collega’s en de drie eilanden om tafel te gaan om te bezien hoe de inflatie kan worden tegengaan, de koopkracht kan worden hersteld en het teveel aan geïnde belastinggelden terug kan vloeien naar de eilanden? Welk tijdpad heeft u hierbij voor ogen?

Antwoord 6

Hiervoor verwijs ik u naar het kabinetsstandpunt over het koopkrachtonderzoek (Kamerstuk 33000-H nr. 7).

Vraag 7

Bent u bekend met het onbegrip en de vragen die op de eilanden leven in verband met de beoogde verankering van de status van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de Grondwet, analoog aan de bepaling in het huidige statuut?2 Op welke wijze tracht u het onbegrip weg te nemen en de vragen over de beoogde verankering te beantwoorden?

Antwoord 7

De Kamer heeft in haar verslag over de voorgestelde Grondwetswijziging verschillende vragen gesteld. De Nota naar aanleiding van Verslag is in voorbereiding. De eilandbesturen van Caribisch Nederland hadden reeds in 2010 de kans gekregen hun mening over het wetsvoorstel te geven. Desalniettemin hebben zij in dit stadium nogmaals mogen reageren. Binnenkort – voor het reces – zal ik u hun brieven hierover aanbieden.

Vraag 8

Wat is uw reactie op de reeds eerder gemaakte opmerkingen van gedeputeerde El Hage dat de eilanden een informatieachterstand hebben en daardoor achter de feiten aanlopen en dat een liaison mogelijk uitkomst zou kunnen bieden? Welke stappen neemt u om de informatiepositie van de eilanden te verbeteren?3

Antwoord 8

Vrijwel alle ministeries zijn in Caribisch Nederland vertegenwoordigd in de vorm van vooruitgeschoven beleidsmedewerkers en/of uitvoerende diensten. Van hen ontvangen de eilandbesturen alle informatie die zij nodig hebben. De eilandbesturen van Caribisch Nederland evenals eilandraadsleden zijn ook met enige regelmaat in Den Haag om te praten met verschillende organisaties (waaronder ministeries) en uw Kamer. Tweemaal per jaar organiseert mijn ministerie bovendien de Caribisch Nederland-week waarbij de eilandbesturen alle ministeries bezoeken en met mij bestuurlijk overleg voeren over de financiële verhoudingen. Daarnaast bezoek ik zelf regelmatig Bonaire, Sint Eustatius en Saba en heb ik contact per videoconferentie met de besturen. De ministeries in Den Haag voeren daarnaast met grote regelmaat overleg met de eilandbesturen via een videoverbinding. Ik ben dan ook niet van mening dat de eilandbesturen niet in staat zouden zijn over voldoende informatie te beschikken.

Een liaison van de eilandbesturen in Den Haag biedt in mijn ogen geen meerwaarde. Naast alle bovengenoemde contacten zijn de eilanden lid van de VNG én maken zij gebruik van de Rijksvertegenwoordiger. Laatstgenoemde is bij uitstek de bestuurlijke schakel die eilandelijke- en rijksoverheid met elkaar kan verbinden.

Naar boven