Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het risico dat er binnen vrijwillersorganisaties en sportclubs ontucht met kinderen kan worden gepleegd (ingezonden 5 juni 2012).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 2 juli 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2885

Vraag 1

Kent u het bericht ««Foute» jeugdtrainer blijft uit beeld»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 6

Deelt u de mening dat het bijzonder zorgwekkend is dat het nog steeds mogelijk blijkt dat personen, die eerder ontucht met kinderen hebben gepleegd, toch in staat zijn weer dat bij een andere sportvereniging te doen? Zo ja, wat gaat u hier concreet tegen doen? Zo nee, waarom niet? Acht u het in het bericht genoemde voorbeeld van de schaakvereniging dan niet ernstig genoeg?

Deelt u de mening dat een zwarte lijst van eerdere ontuchtplegers bij sportclubs en vrijwilligersorganisaties van nut kan zijn bij het voorkomen van herhaling van een misdrijf? Zo ja, wat kunt en gaat u doen om deze organisaties te helpen bij het tot stand brengen van een dergelijke lijst? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2 en 6

Zoals aangegeven in de antwoorden op eerdere vragen van het lid Arib (PvdA) van uw Kamer2, vind ik het absoluut onwenselijk dat ontuchtplegers als vrijwilliger met kinderen kunnen werken. Ik heb daarbij aangegeven dat mijn ambtgenoot van VWS en ik de op- en inrichting van een tuchtcollege voor de vrijwilligerssector en het gebruik van een referentielijst faciliteren. Op deze referentielijst komen personen die gedragsregels hebben overtreden en hiervoor tuchtrechtelijk zijn gesanctioneerd. Doel hiervan is te voorkomen dat zij bij een (andere) vrijwilligersorganisatie aan de slag kunnen gaan. Ik houd de ontwikkelingen van dit systeem nauwlettend in de gaten en verwacht eind 2012 een bruikbaar registratiesysteem, dat gevuld gaat worden met tuchtrechtveroordelingen. Naast dit systeem heeft de sport een eigen registratiesysteem. Het voornemen bestaat om beide referentielijsten in 2014 aan elkaar te koppelen.

De bovengenoemde zaken vormen mijn inziens een stevig pakket aan preventiemaatregelen om het risico op seksueel misbruik van kinderen binnen het vrijwilligerswerk te beperken.

Vraag 3 en 4

Over welke mogelijkheden beschikken vrijwilligersorganisaties en sportclubs om te voorkomen dat iemand die eerder ontucht met kinderen heeft gepleegd bij hun organisatie komt werken? Acht u deze mogelijkheden afdoende? Zo ja, hoe kan het dan toch gebeuren dat ontuchtplegers opnieuw aan de slag kunnen? Zo nee, aan welke mogelijkheden ontbreekt het dan?

Kan een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor een ieder die met kinderen werkt, ook als vrijwilliger, eraan bijdragen dat het risico kleiner wordt dat iemand die eerder ontucht met kinderen heeft gepleegd dat weer opnieuw kan doen? Zo ja, waarom bestaat een dergelijke verplichting dan nog niet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) heeft de mogelijkheid om het justitiële verleden van een vrijwilliger te screenen en veroordeelde ontuchtplegers te weren. Zoals ik eerder in mijn beantwoording heb aangegeven is er geen wettelijke basis om de VOG voor vrijwilligers verplicht te stellen.3 Daarbij ben ik van mening dat met een dergelijke wettelijke maatregel de verantwoordelijkheid in volle omvang zou verschuiven naar de overheid, terwijl dat juist primair hoort te (blijven) liggen bij de clubs die activiteiten voor kinderen organiseren. Om vrijwilligersorganisaties in de kosten van de VOG-aanvraag tegemoet te komen, kan vanaf 1 januari 2012 de VOG gratis worden aangevraagd door een grote groep vrijwilligers die met kinderen werken als jeugdtrainer de sport, bij scouting of als begeleider van het Steunpunt KinderVakanties.4

Vraag 5

Zou het in het artikel genoemde voorbeeld van een man die na het eerder plegen van ontucht toch weer bij een andere sportclub aan de slag kon, niet voorkomen kunnen worden als de man in kwestie een VOG had moeten overleggen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Voor de geschetste situatie in het artikel geldt dat de sportclub de beoogde vrijwilliger kan vragen een VOG te overleggen. Een veroordeelde pedoseksueel zou voor de functie van vrijwilliger die met kinderen werkt, geen VOG hebben gekregen. Als de vrijwilliger geen VOG krijgt kan de club besluiten hem niet te laten functioneren binnen haar organisatie.


X Noot
1

NRC, 2 juni 2012.

X Noot
2

TK 2011–12, 32 500 VI, 145 antwoord 2.

X Noot
3

Ibidem, antwoord 5.

X Noot
4

TK 2011–12, 33000-VI nr. 73.

Naar boven