Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over het terugdringen van alcoholmisbruik door jongeren (ingezonden 28 juni
2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 12 juli
2012).
Vraag 1
Kent u het bericht «gemeenten niet klaar voor drank- en horecawet»?1
Vraag 2
Is het waar dat gemeenten nog onvoldoende voorbereid zijn «op de taken die op ze afkomen
met de nieuwe Drank- en horecawet», en dat «veel gemeenten geen idee hebben wat ze
over een halfjaar moeten gaan doen»? Zo ja, wat gaat u doen om er voor te zorgen dat
gemeenten wel in staat zijn om vanaf januari 2013 drankmisbruik door jongeren in het
kader van de handhaving van de wet tegen te gaan? Zo nee, waaruit blijkt dan wel dat
gemeenten klaar zijn om de nieuwe taken op grond van de Drank- en horecawet te gaan
uitvoeren?
Antwoord 2
Nee, dat is niet correct. De Eerste Kamer heeft eind mei het wijzigingsvoorstel van
de Drank- en Horecawet aanvaard. Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2013.
Er is dus nog tijd genoeg voor gemeenten om zich voor te bereiden op de nieuwe taken
en bevoegdheden. Om gemeenten daarin zo goed mogelijk te faciliteren krijgen alle
gemeenten binnenkort een handreiking, waarin de wijzigingen van de wet worden toegelicht.
Daarnaast is er een opleiding beschikbaar voor de lokale toezichthouders en is er
een website www.handhavingdhw.nl, waar gemeenten zich kunnen wenden met vragen over de wijziging van de Drank- en
Horecawet.
Vraag 3
Hoeveel gemeenten hebben een verordening met betrekking tot de verkoop van alcohol
in sportkantines, buurthuizen en verzorgingshuizen(paracommercie) en hoeveel gemeenten
niet?
Antwoord 3
De meeste gemeenten hebben in een lokale verordening vastgelegd dat geen sterke drank
mag worden verkocht in sportkantines, buurthuizen, etc. Daarnaast hebben de meeste
gemeenten ook regels vastgesteld over de sluitingstijden. Die regels zijn ook van
toepassing op sportkantines, buurthuizen, etc.
Vraag 4
Hoeveel gemeenten beschikken er over een facultatieve verordening, waarin bijvoorbeeld
bepalingen staan over» toelatingstijden in de horeca, prijsacties in supermarkten
of een tijdelijk verbod op alcoholverkoop bij verkoop aan te jonge kinderen»?
Antwoord 4
Deze bevoegdheden komen toe aan gemeenten op grond van de gewijzigde Drank- en Horecawet.
Die wet treedt in werking op 1 januari 2013. Indien gewenst kunnen gemeenten vanaf
dat moment de (bestaande) lokale verordening aanpassen.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening dat bovengenoemde facultatieve verordeningen belangrijk kunnen zijn
in het tegengaan van alcoholmisbruik? Zo ja, hoe gaat u gemeenten stimuleren dergelijke
verordeningen op te stellen? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP dat het voor
gemeenten moeilijk is om een verordening te maken en dat een modelverordening daarbij
kan helpen? Zo ja, op welke wijze kunt u een rol spelen bij het tot stand komen van
een dergelijke modelverordening? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6
Ja. Door verschillende partijen worden reeds modelverordeningen beschikbaar gesteld
voor gemeenten, o.a. door de VNG en het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid. Gemeenten
wordt geadviseerd daar gebruik van te maken.
Vraag 7
Kent u het onderzoek van integraal toezicht jeugdzaken (dit voorjaar) waaruit naar
voren komt dat gemeenten in preventiebeleid tekort schieten en geen samenhangend beleid
voeren, waardoor preventie onvoldoende effectief is? Hoe gaat u gemeenten steunen
in de verbetering hiervan?
Antwoord 7
Ja. In de landelijke nota gezondheidsbeleid «gezondheid dichtbij» zijn de landelijke
prioriteiten op het gebied van preventie benoemd. Een van de speerpunten is het tegengaan
van schadelijk alcoholgebruik. Daarnaast kunnen gemeenten zich wenden tot het Centrum
Gezond Leven, dat lokale professionals ondersteuning biedt die gericht is op het versterken
van de lokale gezondheidsbevordering.