Vragen van de leden Beertema en Van Klaveren (beiden PVV) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitspraak dat salafistische ouders thuisonderwijs mogen geven (ingezonden 19 juni 2012).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 9 juli 2012)

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Ouders onder druk om moslimkinderen van school te halen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de uitspraak van het gerechtshof om salafisten toe te staan thuisonderwijs te geven absurd is?

Antwoord 2

Overwegende godsdienstige of levensbeschouwelijke bedenkingen zijn gronden voor een beroep op vrijstelling van de leerplicht (artikel 5, sub b, Leerplichtwet 1969). Het is aan de rechter om te wegen of daarvan in een concreet geval sprake is. Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is het niet aan mij een oordeel te hebben over een uitspraak van een onafhankelijke rechter.

Vraag 3

Erkent u de gevaren die uitgaan van de geweldoproepende islamitische boodschap van salafisten?

Antwoord 3

Ik ben van mening dat het uiten van geweldoproepende boodschappen ongepast is en gevaarlijke gevolgen kan hebben, ongeacht van wie een dergelijke boodschap afkomstig is.

Vraag 4

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen ten einde deze vorm van thuisonderwijs onmogelijk te maken?

Antwoord 4

Zoals u weet, heb ik in mijn brief aan de Tweede Kamer van 7 december 2011 (Kamerstuk 33 000 VIII, nr. 146) al aangekondigd dat ik bezig ben met de voorbereiding van een wetsvoorstel met het doel de vrijstelling van de leerplicht op grond van godsdienst of levensbeschouwing aan een aantal voorwaarden te verbinden.


X Noot
1

Telegraaf, 15-06-2012.

Naar boven