Vragen van het lid Berndsen (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de verhouding tussen handhaving door stadswachten en de politie (ingezonden 1 juni 2012).

Mededeling van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 22 juni 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het incident in Amsterdam waarbij stadswachten een toerist op de fiets hardhandig aanpakken?1

Vraag 2

Heeft u kennisgenomen van de uniformen en geweldsmiddelen waarover deze stadswachten beschikken?

Vraag 3

Hoe verhoudt zich de door u voorgenomen uitbreiding van opsporingsbevoegdheden van buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) tot de taken die juist bij de politie zijn belegd vanwege het geweldsmonopolie van de politie?

Vraag 4

Deelt u de mening dat boa’s steeds meer handhavingstaken van de politie overnemen waardoor de rol van de politie in buurten en wijken steeds verder verschraalt? Wat vindt u van deze ontwikkeling?

Vraag 5

Hoe voorkomt u dat straks bij invoering van de nationale politie de wijkagent wordt ingeruild voor boa’s die ten koste van de politie als gemeentepolitie gaan fungeren?

Vraag 6

Op welke wijze bent u voornemens om het onderscheid tussen boa’s en politieagenten in bevoegdheden en uiterlijk expliciet te verduidelijken?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Berndsen (D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over de verhouding tussen handhaving door stadswachten en de politie (ingezonden 1 juni 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.

Naar boven