Vragen van de leden Hennis-Plasschaert en Ten Broeke (beiden VVD) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie over het bericht «Politieweb aan grens in gevaar» (ingezonden 7 mei 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Defensie (ontvangen 13 juni 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Politieweb aan grens in gevaar»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de invoering van de nationale politie met zich meebrengt dat de «vliegende politiebrigades» ofwel de mobiele politieteams aan de grens met Duitsland moeten worden opgeheven, zoals enkele Twentse burgemeesters in een brandbrief aan de minister van Veiligheid zeggen te vrezen? Kunt u de brandbrief als bijlage bij deze beantwoording toevoegen?

Antwoord 2

Nee. Gezamenlijke patrouilles en gemeenschappelijk bemande controleteams, gebaseerd op artikel 19 van het Verdrag van Enschede, maken onderdeel uit van de dagelijkse en structurele samenwerking tussen Nederlandse en Duitse politiediensten over en langs de gehele grens met Duitsland.

Ook bij de vorming van de nationale politie zullen dergelijke verdragsverplichtingen leidend zijn waar het gaat om internationale samenwerking.

De burgemeesters uit het regionale college van Twente wijzen overigens op een specifieke situatie rond de grensovergang autoweg A-1, waar op basis van een overeenkomst in het kader van een INTERREG-project door vijf politiediensten/autoriteiten uit beide landen wordt samengewerkt in een Gemeenschappelijk Politieteam (GPT) op een gezamenlijke locatie. Dit Europese programma loopt tot juli 2013 en staat los van de invoering van de nationale politie.

De brief, ondertekend door de burgemeester van Losser, is bijgevoegd.

Vraag 3

Klopt het in het bijzonder dat het grensoverschrijdende politieteam (GPT), waarmee in de Twentse regio al sinds 2008 in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, (met name rondom de A1), uitstekende ervaringen zijn opgedaan en ook resultaten zijn geboekt aan zowel de Duitse als Nederlandse kant van de grens? Zijn deze ervaringen en resultaten (deels) bekend bij het ministerie van Veiligheid en Justitie? Zo ja, bent u bereid deze resultaten met de Kamer te delen?

Antwoord 3

Ja, de operationele samenwerking inzake handhaving, controle en opsporing van grensoverschrijdende criminaliteit levert resultaten en informatie op omtrent het aantal (geconstateerde) misdrijven en overtredingen. Dit wordt gerapporteerd en meegenomen in de dagelijkse politiepraktijk en gedeeld met de Duitsers. Het ministerie wordt periodiek geïnformeerd over de projectvoortgang en de (tussentijdse) resultaten en de inzet van het GPT.

Bijgaand treft u de gegevens aan zoals die voortkomen uit het optreden van dit eerder genoemde GPT vanaf 2008.

Resultaat: / Jaar:

2008

2009

2010

2011

Misdrijven

613

599

678

759

Overtredingen

342

266

394

283

Treffers in SIS

43

84

46

61

Overig

460

891

830

696

Manuren

11 433

16 685

19 017

14 192

Patrouilles

718

1 078

1 283

905

Vraag 4

Bent u bereid om, vooruitlopend op de afronding van de proef en de eind-evaluatie in 2013, niet alleen de resultaten te meten, maar ook te kijken naar bijzondere ervaringen en «best-practices» waarmee de Duitse politie en de Nederlandse politie van elkaar kunnen leren?

Antwoord 4

Zeker, behalve over de directe resultaten wordt er rekening gehouden met en gecommuniceerd over de ervaringen die in de praktijk met de samenwerking en de toepassing van het Verdrag worden opgedaan. Daartoe vinden regelmatig bijeenkomsten en workshops plaats waaraan Nederlandse en Duitse collega’s deelnemen. Recent nog een over de praktijk van het opzetten van een JIT. Het ministerie van VenJ ondersteunt dit proces van leren van elkaars ervaringen via een «landenprogramma Duitsland» dat door het KLPD ten behoeve van de (grens)korpsen wordt uigevoerd.

Vraag 5

Is het waar dat de grensteams (deels) uit gelden van het Europese Interreg Community Initiative worden gefinancierd? Is er al duidelijkheid of die financiering gehandhaafd blijft? Zo nee, overweegt u een overbruggingsfinanciering? Hebt u hierover contact met uw Duitse collega?

Antwoord 5

Ja, in het kader van het Europese INTERREG IVa programma en fonds tussen Duitsland en Nederland wordt 50% van de kosten daaruit gefinancierd. Het Ministerie van BZK heeft vanaf 2008 één vijfde deel van de resterende 50% gefinancierd.

De financiering vanuit het Europese programma loopt tot juli 2013. De partners hebben echter een «verklaring van continuïteit» getekend, wat inhoudt dat er tenminste een inspanningsverplichting is om na evaluatie – een doorstart te maken. Met als uitgangspunt dat grensoverschrijdende samenwerking tot de reguliere taken van de politie behoort, acht ik het van belang dat bij de samenwerking met Duitse partners onder meer een beroep wordt gedaan op (regionale) Europese fondsen. Een overbruggingsfinanciering is naar mijn oordeel niet aan de orde.

Vraag 6

Bent u bereid met de burgemeesters in overleg te treden om te bezien of de mobiele grensteams kunnen worden gehandhaafd? Volgt de invoering van deze grensteams ook niet logisch voort uit het «Verdrag van Enschede» waarbij grensoverschrijdende veiligheidssamenwerking tussen Duitsland en Nederland wordt mogelijk gemaakt?

Antwoord 6

De in mijn antwoorden op de vorige vragen geschetste positie en functioneren van het GPT alsook het perspectief voor grensoverschrijdende samenwerking dat daarbij aan de orde is, bieden voldoende garantie op continuïteit in de uitvoering van gezamenlijke handhaving en controle. Ik zal dit in mijn beantwoording van de door u genoemde brief meenemen en zonodig met de burgemeesters bespreken en toch te informeren.

Genoemd verdrag is de grondslag voor de dergelijke teams maar die hoeven niet per se op deze wijze ingericht te zijn. De vorm van het huidige GPT kan (zo nodig) op basis van de aangekondigde evaluatie worden gewijzigd.

Vraag 7

Is het denkbaar dat de grensteams worden aangevuld of ingevuld door de inzet van mobiele grensteams van de Koninklijke Marechaussee, zoals ook in het regeerakkoord is voorzien?

Antwoord 7

Met de term «mobiele grensteams van de KMar» wordt waarschijnlijk gedoeld op het mobiel toezicht veiligheid (MTV), dat door de KMar wordt uitgevoerd. In het MTV wordt ook samengewerkt met Duitsland en België, waarbij wordt geacteerd op grond van de Vreemdelingenwet en van het Verdrag van Enschede.

Daarnaast is deelname van de KMar gerealiseerd in het GPT rond Bad Bentheim en in structurele gemeenschappelijke patrouilles rond Arnhem en Venlo. In het tweede GPT, dat eind maart is gaan functioneren noordelijk van Hoogeveen /Emmen, Meppen, is de KMar aan Nederlandse zijde de enige deelnemer.

In het kader van MTV wordt ook verwezen naar de recente uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch van 11 mei 2012. Gevolgen hiervan mede voor het GPT worden nog bezien.

Vraag 8

Bent u bekend met met de slogan «Criminelen kennen geen grenzen»?

Antwoord 8

Ja, zowel in de letterlijke als de figuurlijke betekenis.


X Noot
1

Telegraaf, 5 mei 2012.

Naar boven