Vragen van het lid Houwers (VVD) aan de staatssecretaris Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht «Ministerie straft mosselvissers» (ingezonden 13 april 2012).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 11 juni 2012).

Vraag 1

Kent u het bericht «Ministerie straft mosselvissers?»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe lang heeft het geduurd voordat Zeeuwse mosselvissers op de hoogte werden gesteld over de status van hun vergunningsaanvraag om mosselzaad te verschepen naar de Waddenzee?

Antwoord 2

De vergunningaanvraag is door de Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur (hierna: P.O. Mosselcultuur) namens 47 mosselvissers op 1 maart 2012 ingediend. Op 27 maart 2012 is de betreffende vergunning onder diverse voorwaarden verleend. De betrokken vissers zijn tijdens dit proces door de P.O. Mosselcultuur in de aanloop en tijdens de vergunningverlening, op de hoogte gehouden. De transporten zijn vervolgens op 2 april 2012 gestart.

Vraag 3

Kon de mosselvissers met behulp van gegevens uit de black box een tocht naar de Waddenzee worden bespaard als zij eerder waren geïnformeerd dat zij buiten de afgesproken coördinaten hadden gevist?

Antwoord 3

Nee. De betreffende black-box data zijn na aandragen ervan door de P.O. Mosselcultuur, door toezichthouders van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, tezamen met de medewerkers van de P.O. Mosselcultuur direct zorgvuldig geanalyseerd alvorens contact op te nemen met de betrokken vissers. Om 18.30 uur kwamen de meldingen binnen en om 21.30 uur was de analyse gereed en zijn de vissers direct gebeld.

Acht van de betrokken vissers bevonden zich op het moment van melden door de toezichthouders van het ministerie nog in de provincies Zeeland en Zuid-Holland en hebben op basis van de aangegeven informatie, zelf er voor gekozen niet door te varen naar de Waddenzee. Één visser was enige tijd telefonisch niet bereikbaar voor deze toezichthouders en kon daarom pas drie kwartier later worden bericht.

Vraag 4

Deelt u de mening van de vissers dat de inspectie adequater had kunnen optreden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, de toezichthouders van het ministerie hebben, in samenspraak met medewerkers van de P.O. Mosselcultuur, uiterst zorgvuldig en nauwkeurig de black box-data geanalyseerd en onmiddellijk na vaststelling van eenduidige conclusies daarover, telefonisch contact gezocht met de betrokken vissers. Dit nauwkeurig en in detail analyseren van de data vergt, logischerwijs, enige tijd. Ik hecht sterk aan een dergelijke zorgvuldigheid, zeker gezien de belangen die aan de zijde van de betrokken vissers hiermee gemoeid zijn.

Vraag 5

Aan welke spelregels moeten de mosselvissers precies voldoen om toegelaten te worden tot dit project? Bent u van mening dat de vissers voldoende op de hoogte waren gesteld over de toelatingseisen en andere aanverwante zaken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

De «spelregels» staan vermeld in de op 27 maart 2012 afgegeven vergunning; de voorschriften die aan deze vergunning zijn verbonden zijn in nauw en intensief overleg met de P.O. Mosselcultuur, als vertegenwoordiger van de vergunninghouders, tot stand gekomen. De P.O. Mosselcultuur heeft de mosselvissers hierover inhoudelijk geïnformeerd en geïnstrueerd.

Vraag 6

Is het waar dat de regels op dit gebied in Nederland strikter worden toegepast dan in landen zoals Duitsland, Engeland en Ierland? Zo ja, bent u bereid om de regelgeving zodanig aan te passen dat er sprake is van een gelijk speelveld?

Antwoord 6

De betreffende transporten zijn vergunningplichtig op grond van de Natuurbeschermingswet 1998; deze vergunningplicht vloeit rechtstreeks voort uit artikel 6 van de Habitatrichtlijn. De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bij uitspraak van 8 april 2012 nog geoordeeld dat dit volledig geharmoniseerde EU-wetgeving is.

Mij is niet bekend dat de regels in andere, omringende landen minder strikt zouden worden toegepast dan in Nederland het geval is. Nederland opereert overeenkomstig de geldende regels.

Overigens geldt het door mij vergunde verplaatsingsregime, dat in goed overleg door alle belanghebbenden (P.O. Mosselcultuur, natuurorganisaties en het ministerie van EL&I) is overeengekomen, vooralsnog uitsluitend voor de periode van 2 april tot en met 19 april 2012.

Thans vindt overleg plaats over een structurele regeling voor schelpdiertransporten vanaf 2013.


X Noot
1

Provinciale Zeeuwse Courant, 7 april 2012.

Naar boven