Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de staatssecretaris en minister van Buitenlandse
Zaken over het bericht dat de Indiase overheid 77 buitenlandse NGO's op een «watchlist»
heeft geplaatst (ingezonden 4 april 2012).
Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 juni 2012).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de Indiase overheid 77 buitenlandse Niet-Gouvernementele
Organisaties (NGO's) op een «watchlist» heeft geplaatst?1 Klopt het bericht dat meer dan 100 Indiase NGO's gedetailleerde gegevens over hun
(politieke) activiteiten moeten overleggen aan de Indiase overheid?
Antwoord 1
Ja, het bericht is mij bekend. Zie verder antwoord op vraag 2.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze berichten? Hoe beoordeelt u de reikwijdte en impact van de Foreign
Contributions and Registration Act (FCRA)?
Antwoord 2
De Indiase regering heeft in 2010 de uit 1976 daterende Foreign Contributions and Registration Act (FCRA) aangescherpt om effectiever op te kunnen treden tegen NGO’s en organisaties die naar
het oordeel van de Indiase regering fondsen uit het buitenland misbruikten voor clandestiene
commerciële doeleinden. Ook diende de wet om NGOs, die naar het oordeel van de Indiase
regering, als dekmantel werden gebruikt voor terroristische activiteiten, te kunnen
reguleren.
NGO’s die uit het buitenland fondsen (willen) ontvangen, moeten informatie verstrekken
over hun projectactiviteiten en daar achteraf financiële verantwoording over afleggen.
Het is voor buitenlandse donoren niet mogelijk NGO’s financieel te ondersteunen als
deze geen FCRA licentie hebben.
Volgens de Indiase overheid hebben zo’n 30 000 Indiase NGOs een FCRA-licentie, waarvan
ongeveer de helft daadwerkelijk fondsen uit het buitenland ontvangt.
Vraag 3
Ziet u een wereldwijde tendens van inperking van de politieke en operationele ruimte
van NGO's? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de effectiviteit van het particuliere
kanaal?
Antwoord 3
In sommige landen wordt nationale wetgeving voor NGO’s aangescherpt om meer inzicht
te krijgen in financiële stromen en activiteiten, hetgeen leidt tot inperking van
de politieke en operationele ruimte van NGO’s en daarmee hun effectiviteit belemmert.
Vraag 4
Welke gevolgen heeft het besluit van de Indiase overheid voor het ontwikkelings- en
mensenrechtenprogramma van de Europese Delegatie in Delhi? En voor het mensenrechtenprogramma
van de Nederlandse ambassade in India en de regio?
Antwoord 4
Volgens de EU-delegatie in New Delhi is het voor nieuwe NGO’s vaak lastig snel een
FCRA-licentie te krijgen en ondervinden enkele NGO’s waar de EU in India mee samenwerkt,
moeilijkheden met betrekking tot de FCRA-problematiek.
De NGO’s waar de Nederlandse ambassade in India mee samenwerkt ondervinden voor zover
mij bekend geen problemen op dit gebied.
Vraag 5 en 6
Hoe beoordeelt u de gevolgen voor de operationele ruimte van de Speciale Aanbevelingen
van de Financial Action Task Force (FATF) voor (internationale) NGO's? En meer specifiek
in India?
Kunt u inzicht geven in welke mate India «compliant» bevonden wordt aan Speciale Aanbeveling
nummer 8 van de Financial Action Task Force? Op welke wijze en op welke thema's verleent
de Financial Action Task Force technische assistentie aan India? Acht India de FCRA
een implementatie van de Speciale Aanbevelingen van de FATF? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord 5 en 6
Speciale Aanbeveling 8 van de FATF is bedoeld om misbruik van NGO’s als kanaal voor
financiering van terrorisme te voorkomen. Daarbij wordt met maatschappelijke organisaties
overleg gevoerd om de risico’s van het internationale betalingsverkeer en het belang
van (financiële) transparantie te bespreken. Dit staat naar mijn mening niet op gespannen
voet met de wenselijke operationele ruimte voor NGO’s.
Vraag 7
Bent u bereid bovenstaande kwesties gedetailleerd te bespreken met India zowel bilateraal
als binnen de aankomende mensenrechtendialoog tussen India en de EU en daarover te
rapporteren aan de Kamer?
Antwoord 7
Zowel in bilaterale contacten als tijdens de aanstaande EU-India mensenrechtendialoog
wordt aan deze kwestie aandacht gegeven. In de jaarlijkse mensenrechtenrapportage
wordt de Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet en activiteiten op het gebied
van mensenrechten, ook in India.