Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2697 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2697 |
Kent u de antwoorden van de burgemeester van Utrecht van 21 maart 2012 op vragen gesteld door gemeenteraadsleden over een grootschalige controle door het Korps Landelijke politiediensten (KLPD) die op 15 maart 2012 op Utrecht Centraal Station (CS) heeft plaatsgevonden?
Het betrof hier geen oefening, maar een actie middels de spottermethodiek uitgevoerd door de Dienst Spoorwegpolitie van het Korps landelijke politiediensten (KLPD). Er was hier sprake van een preventieve controle gericht op handhaving en opsporing. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie / de Officier van Justitie. De politieke verantwoordelijkheid van het KLPD ligt bij de minister van Veiligheid en Justitie als de beheerder van het korps.
Is het waar dat de spottersmethodiek gericht is op het aanleren van competenties door het scannen van groepen mensen om zo, uiteraard alleen in relatie tot de openbare orde en het handhaven van de rechtsorde, afwijkend gedrag te herkennen? Zo ja, wat wordt op een groot station als Utrecht CS als afwijkend en wat als normaal gedrag beschouwd? Zo nee, wat behelst die methodiek dan wel?
De spotteracties zijn gericht op het herkennen van gedragingen of uiterlijke kenmerken bij personen of groepen van personen die afwijken van het gedrag van de gemiddelde reiziger/passant waardoor mogelijk op voorhand een ordeverstoring of ander crimineel gedrag kan worden herkend danwel kan worden voorkomen. De spotteracties zijn tevens gericht op het scherp houden van de aangeleerde competenties.
Wat als normaal of afwijkend gedrag kan worden beschouwd is afhankelijk van een aantal factoren. Het gedrag dient te worden geplaatst binnen de juiste context, ofwel het algemene beeld wat men krijgt als er wordt geobserveerd op een bepaalde plaats, het tijdstip en de heersende cultuur. Globaal kan voor een station het volgende onderscheid worden gemaakt:
Als normaal gedrag wordt beschouwd:
– Reizigers;alle gedragingen die een rechtstreekse relatie hebben met het maken van een treinreis of gemaakte reis.
– Passanten; alle gedragingen die zijn gericht op een kortstondig verblijf in een station.
Als afwijkend gedrag kan worden beschouwd:
– Alle gedragingen die geen relatie hebben met het maken van een treinreis of kortstondig verblijf in een station. Bijvoorbeeld overmatige belangstelling voor andermans bagage of meekijken met een persoon die geld pint (niet zijnde een bekende van de pinner).
Middels het stellen van vragen (klantvriendelijke bejegening) komt de politiemedewerker meer te weten over de persoon en zijn/haar intenties.
Was er een concrete aanleiding in de zin van een (verhoogde) terroristische dreiging om deze controle te houden? Zo nee, werd die controle dan louter vanwege het oefenen in het kader van de spottersopleiding gehouden?
Nee, er was geen aanleiding in de zin van een (verhoogde) terroristische dreiging. De controle werd gehouden in het kader van een landelijke actiedag van het KLPD aangaande toezicht en handhaving op de verkeersstromen. Hierbij werd onder andere gebruik gemaakt van de spottermethode.
Hoe vaak zijn deze controles in het verleden gehouden en op welke locaties? Hoe vaak gaan in de nabije toekomst dergelijke controles plaatsvinden?
In 2010 is op Amsterdam CS een grote actie gehouden, waarbij alle landelijke media aanwezig waren, op Rotterdam CS in november 2011 en op Utrecht CS in maart 2012. Periodiek zullen grote en kleine acties op de verkeersstromen blijven plaatsvinden. De aantallen, tijd en locatie zijn van tevoren niet bekend.
In hoeverre draagt het houden van dergelijke controles zonder directe operationele aanleiding daadwerkelijk bij tot een verbetering van het veiligheidsgevoel op die locaties? Acht u het mogelijk dat het publiek door de aanwezigheid van controleurs eerder met onbegrip of zelfs met gevoelens van onveiligheid reageert?
Ik acht het mogelijk dat individuele personen de acties met onbegrip of met gevoelens van onveiligheid ervaren. Het is echter ook algemeen bekend dat de burgers meer «blauw» op straat wensen om de veiligheid te vergroten. In het kader hiervan kan worden gesteld dat de acties in uniform in openbare ruimtes een positieve uitstraling hebben in de richting van het publiek. Afwijkend gedrag wordt vaak door omstanders als onveilig ervaren. Het door de politie aandacht geven aan afwijkend gedrag kan bijdragen dat het veiligheidsgevoel kracht verliest.
Worden burgers geïnformeerd over het feit dat ze geconfronteerd worden of zijn geweest vanwege een oefening? Zo ja, hoe dan? Zo nee, waarom niet?
De burgers worden op voorhand niet geïnformeerd dat zij worden geconfronteerd met een actie. Indien burgers tijdens de actie vragen hebben, worden zij doorverwezen naar de aanwezige begeleiders van de Politieacademie die meteen uitleg geven.
In hoeverre is er sprake van een klantvriendelijke bejegening tijdens deze controles? Bent u bekend met hoe het publiek deze controles ervaart? Zo ja, wat is u bekend hierover? Zo nee, bent u bereid om bij dergelijke controles de ervaringen van het publiek te peilen?
De klantvriendelijke bejegening houdt in dat een persoon of groep personen die zich afwijkend gedraagt voor zijn omgeving, niet wordt benaderd als een mogelijke verdachte conform artikel 27 Wetboek van Strafrecht. Na het geconstateerde afwijkende gedrag zal de persoon of groep worden bevraagd op zijn of hun gedrag en reden van aanwezigheid in het station. Het komt regelmatig voor dat men zich niet bewust is van het getoonde gedrag en dit meteen staakt danwel dat er een plausibele reden is waarom dit gedrag wordt getoond. De Politieacademie doet onderzoek naar de ervaringen van burgers met dergelijke controles. Daarom volgen zij na gehouden acties de reacties op de sociale media. De reacties zijn over het algemeen positief. De aanwezigheid van politiemensen in het station wordt ervaren als een gevoel van veiligheid.
Waaruit bestaat de opsporingsmethode «Search, Detect, React»? Is het nut en de noodzaak van die methode bewezen? Is de proportionaliteit tussen middel en doel gewaarborgd? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet? Wilt u nut en noodzaak alsnog in kaart laten brengen?
«Search, Detect, React» is de methodiek waarop de spotteracties zijn gebaseerd. De bestanddelen zijn bij de beantwoording van de voorgaande vragen reeds benoemd. Het nut en de noodzaak van de spotteracties zijn tijdens eerdere acties bewezen. De proportionaliteit tussen middel en doel is gewaarborgd. Het betreft proactief handelen, waarbij de inzet is om vragen te stellen en de zintuigen in te zetten. Dit alles binnen de wettelijke context. Geweldsmiddelen worden niet ingezet. Het enige middel dat de politiemedewerker inzet is zijn/haar mond en gezond verstand. Er worden vragen gesteld en de aanwezigheid en doelstelling worden kenbaar gemaakt aan de burger. Tot aanhouding van de burger wordt pas overgegaan als het gesprek concrete aanwijzingen oplevert dat sprake is van (verdenking van) een strafbaar feit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2697.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.