Vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en voor Immigratie, Integratie en Asiel over de dood van een baby na de racistische mishandeling van de moeder door Marokkaans straattuig (ingezonden 7 mei 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 4 juni 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2646.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Baby na straatruzie overleden»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de daders na slechts iets meer dan een week alweer zijn vrijgelaten en inmiddels zelfs onbereikbaar zijn?

Antwoord 2

Op 26 maart 2012 is naar aanleiding van een scheldpartij, een gevecht ontstaan tussen een aantal verdachten en de vriend van de zwangere vrouw, waarbij ook de vrouw zou zijn mishandeld. Er zijn vijf verdachten aangehouden, die allen de mishandeling van de vrouw ontkennen. Ook zijn er geen getuigen die de verklaring van de vrouw op dit punt ondersteunen. De verdachten, allen omstreeks 20 jaar oud, zijn preventief gedetineerd geweest. De preventieve hechtenis van twee verdachten is op 29 maart 2012 door de rechter-commissaris geschorst. Van een andere verdachte is de preventieve hechtenis door de rechter-commissaris op 6 april 2012 geschorst. Van twee verdachten is de voorlopige hechtenis op 6 april 2012 door de rechter-commissaris opgeheven, wegens onvoldoende ernstige bezwaren en/of het ontbreken van gronden.

Er is geen sprake van onbereikbaarheid van de verdachten. Wel zijn de aangevers enige tijd onbereikbaar geweest.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het vrijlaten van dit soort tuig het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat ondermijnt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Het is niet aan mij een oordeel te vellen over de beslissing van de rechter-commissaris tot de opheffing en/of schorsing van de voorlopige hechtenis.

Wel kan ik zeggen dat de officier van justitie tegen twee beslissingen tot opheffing van de voorlopige hechtenis en tegen de beslissing tot schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte die eerder in aanraking is geweest met justitie, hoger beroep heeft ingesteld.

Vraag 4

Deelt u de mening dat alles in het werk moet worden gesteld om de daders zo lang mogelijk achter slot en grendel te krijgen en na denaturalisatie ons land uitgezet dienen te worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Het is niet gepast mij uit te laten over de straftoemeting in een individuele strafzaak. Zeker niet gezien het feit dat de zaak nog bij de rechter aanhangig is.

De intrekking van de Nederlandse nationaliteit wegens een veroordeling voor commune misdrijven is vooralsnog niet mogelijk.


X Noot
1

Parool, 5 mei 2012.

Naar boven