Vragen van de leden Van Dekken en Jacobi (beiden PvdA) aan de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de financiering van grote sportevenementen (ingezonden 13 april
2012).
Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 mei
2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2434.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de internationale organisatie TAFISA Nederland
heeft gevraagd in 2014 de First European Sport for All Games 2014 in Friesland te
organiseren?
Vraag 2
Is het waar dat de First European Sport for All Games 2014 één van de grootste breedtesportevenementen
in de wereld is? Deelt u de mening dat het om een belangrijk sportevenement gaat?
Zo ja, waar blijkt dit uit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De First European Sport for All Games in 2014 in Friesland worden voor het eerst georganiseerd.
Er kan daarom nog geen uitspraak gedaan worden over de grootte en daadwerkelijke impact
van dit evenement.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat eerdere edities van de First European Sport for All
Games 2014 5 000–7 500 deelnemers trokken uit meer dan 100 landen en honderdduizenden
bezoekers? Bent u bekend met het feit dat het gaat om de «open» Europese Spelen, die
qua aard en omvang vergelijkbaar zijn met eerder gehouden World Games? Deelt u de
mening dat het evenement, gezien de omvang, bijdraagt aan de vereiste «track record»
van grootschalige evenementen die nodig zijn voor het mogelijk binnenhalen van de
Olympische Spelen 2028?
Antwoord 3
De European Sport for All Games in 2014 in Friesland betreffen een eerste editie van
het evenement. Deelnemersaantallen en andere gegevens zijn dan ook nog niet bekend.
Wel zijn de gegevens van eerdere edities van de World Sport for All Games bij mij
bekend. De meest recente editie was in Zuid-Korea. Er deden toen ruim 10 000 deelnemers
mee uit 101 landen. Van deze deelnemers kwam zo’n 25% uit het buitenland.
Of de «open» Europese Spelen qua aard en omvang vergelijkbaar zijn met de eerder gehouden
World Games, moet nog blijken.
Vanwege de aard van het evenement, waarbij lokale niet-olympische traditionele en
demonstratiesporten centraal staan, zal het evenement naar verwachting een beperkte
bijdrage leveren aan het track record voor de Olympische Spelen 2028.
Het evenement kan wel een goede bijdrage leveren aan de doelstellingen van het Olympisch
Plan gericht op een vitale en sportieve samenleving. De betreffende sporten zijn laagdrempelig
en toegankelijk voor een breed publiek (voor Nederland bijvoorbeeld kaatsen en klootschieten).
Het evenement kan een groot aantal lokale deelnemers trekken. Er worden verder rondom
het evenement activiteiten georganiseerd voor de lokale bevolking, waarbij verbindingen
worden gelegd tussen de sport en cultuur, gezondheid, economie, toerisme en onderwijs.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit evenement bijdraagt aan de doelstellingen van het Olympisch
Plan, zoals het oorspronkelijk bedoeld is, namelijk door middel van het stimuleren
van breedtesport te komen tot een meer vitale samenleving op diverse vlakken? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Ja, zie mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Is het waar dat de First European Sport for All Games 2014 niet voor medefinanciering
door het Rijk in aanmerking komt omdat u alleen topsportevenementen wil financieren
voor sporten waarvoor Nederland een Top-10 ambitie heeft? Op welk moment gaat u deze
plannen met de Kamer delen? Deelt u de mening dat het besluit om alleen nog maar topsportevenementen
te financieren voor sporten waarvoor Nederland een Top-10 ambitie heeft, eerst nog
in de Kamer moet worden besproken? Deelt u de mening dat het niet wenselijk is dat
u, voordat u met de Kamer over dit onderwerp van gedachten heeft gewisseld, onomkeerbare
beslissingen neemt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Binnen het huidige evenementenbeleid ondersteunt het Rijk de voorbereiding en organisatie
van topsportevenementen, zoals EK’s, WK’s alsmede Olympische/ Paralympische Kwalificatie
Toernooien. Dit geldt voor die takken van sport waarvan de Nederlandse atleten tot
de beste van de wereld behoren of daar binnen vier jaar zicht op hebben. Deze evenementen
kunnen zowel betrekking hebben op de doelgroepen jeugd (junioren), senioren en gehandicapten.
Het evenementenbeleid is vastgelegd en gemeld aan de Kamer in de nota Tijd voor Sport
(TK 2004–2005, 30 234 nr. 2) en het uitvoeringsprogramma Samen voor Sport (TK 2005–2006, 30 234 nr. 6). De First European Sport for All Games passen niet binnen de criteria van dit beleid.
Ik heb de ontwikkeling van een nieuw kader voor het evenementenbeleid (nog) niet uitgebracht.
Wij waren daar druk mee bezig, maar gezien de demissionaire status van dit kabinet
heb ik besloten dit aan het volgend kabinet te laten. Totdat er nieuw beleid is vastgesteld
geldt het huidige evenementenbeleid.