Vragen van de leden Marcouch en Dijksma (beiden PvdA) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en voor Immigratie, Integratie en Asiel over een gepland bezoek van de woordvoerder van Sharia4Belgium aan Nederland (ingezonden 23 mei 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Immigratie, Integratie en Asiel (ontvangen 29 mei 2012).

Vraag 1

Heeft u kennis genomen van het geplande bezoek van woordvoerder van Sharia4Belgium, Fouad Belkacem, komende zaterdag aan Amsterdam en zijn deelname aan een bijeenkomst van Shariah4Holland )1?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat doet u om te voorkomen dat op deze bijeenkomst strafbare feiten plaatsvinden?

Antwoord 2

Ik heb vooralsnog geen aanwijzingen dat strafbare feiten gepland worden. Eventuele strafbare uitingen kunnen achteraf getoetst worden door het openbaar ministerie.

Vraag 3

Wat is de stand van zaken in het onderzoek naar de ordeverstoringen en bedreigingen door dezelfde organisaties van een debat in de Balie op 8 december 2011 over modernisering van de islam? Zijn er strafbare feiten geconstateerd in de Balie en is daar aangifte van gedaan? Is de heer Belkacem of de organisator van de bijeenkomst zaterdag in deze zaak aan te merken als verdachte?

Antwoord 3

Dit onderzoek is afgerond. Twee Belgische verdachten zijn bij verstek veroordeeld. Er is geen directe betrokkenheid aangetoond van de heer Belkacem bij de strafbare feiten die in de Balie gepleegd zijn. Hij is derhalve niet als verdachte aangemerkt.

Vraag 4

Bent u op de hoogte van de recente veroordeling van de woordvoerder van Sharia4Belgium voor belediging en smaad in België? Wilt u contact opnemen met uw Belgische collega over de uitvoering van deze straf en de wenselijkheid dat de veroordeelde het land verlaat?

Antwoord 4

De heer Belkacem is op 10 februari 2012 veroordeeld voor het aanzetten tot haat jegens niet-moslims en voor belaging van de echtgenoot van wijlen Marie-Rose Morel. De uitvoering van deze veroordeling is een verantwoordelijkheid van de Belgische autoriteiten.

Vraag 5

Zijn de incidenten rond deze twee organisaties voor u reden om te vrezen voor de openbare orde bij deze bijeenkomst in Amsterdam komende zaterdag? Wat kunt u doen om dezelfde gevaar af te wenden?

Antwoord 5

Ik beschik niet over aanwijzingen dat de openbare orde in het geding zal zijn.

Vraag 6

Ziet u mogelijkheden om de heer Belkacem tot ongewenst vreemdeling te verklaren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Vreemdelingen met de nationaliteit van één van de EU lidstaten kunnen tot ongewenst vreemdeling worden verklaard. Daarmee wordt hen rechtmatig verblijf in en verdere toegang tot Nederland ontzegd. Daarbij dient wel te worden voldaan aan de criteria voorvloeiend uit de richtlijn 2004/38, met name de artikelen 27 en 28 van die richtlijn. Dit brengt mee dat er een concrete aanwijzing moet zijn dat de betreffende vreemdeling een voldoende ernstige en actuele bedreiging voor de Nederlandse openbare orde moet zijn. Ik kan u toezeggen dat ik de situatie rondom een eventuele inreis van de heer Belkacem scherp in de gaten zal houden en zal optreden indien daar aanleiding toe is.

Vraag 7

Kunt u deze vragen voor 25 mei beantwoorden?

Antwoord 7

Ja.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van Klaveren (PVV), ingezonden 23 mei 2012 (vraagnummer 2012Z10309,zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2639).

Naar boven