Vragen van de leden Klaver en Peters (beiden GroenLinks) aan de minister-president en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de geheimhoudingsplicht ten aanzien van de notulen van de onderraad (ingezonden 13 april 2012).

Antwoord van minister-president Rutte (Algemene Zaken) mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 24 mei 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2499.

Vraag 1, 2 en 3

Herinnert de minister van VWS zich haar uitspraak in het debat over de Informatievoorziening Olympische Spelen: «Ik zou u graag de notulen van de onderraad willen sturen, maar dat schijnt niet te mogen»?1

Herinnert de minister zich dat zij even later zei: «Het ministerie van Algemene Zaken heeft daarop de volgende verklaring gegeven: De gevraagde informatie, te weten de conclusies van de Raad voor Zorg, Welzijn en Onderwijs (RZWO) worden niet verstrekt. De redenen hiervoor zijn: 1. Bepalingen omtrent de geheimhoudingsplicht in het Reglement van Orde van de ministerraad, waaronder ook begrepen de onderraden. 2. Zelfs in de Wet op de parlementaire enquête is vastgelegd dat de minister niet verplicht is informatie uit de ministerraad en de onderraden te overhandigen»?

Is het waar dat in het Reglement van Orde voor de ministerraad in artikel 26 is geregeld dat de geheimhoudingsplicht niet bestaat «voor zover de raad of de minister-president namens de raad ontheffing van de geheimhouding verleent»?

Antwoord 1, 2 en 3

Ja.

Vraag 4

Deelt de minister de mening dat het er niet om gaat of zij al dan niet verplicht is om de informatie te verstrekken, nu zij zelf heeft aangegeven die graag te willen sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, de reden hiervoor ligt in artikel 26 van het Reglement van Orde voor de ministerraad. Dit artikel waarborgt de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen van de vergaderingen van de ministerraad en zijn onderraden. Deze geheimhoudingsplicht ten aanzien van hetgeen ter vergadering besproken wordt of geschiedt rust mede op de leden van de raad. Bewaring van deze vertrouwelijkheid is een belang van de staat dat de informatievoorziening aan het parlement begrenst (Kamerstukken II 2001/2, 28 362, nr. 2). Dit geldt ook voor het genoemde onderdeel van de notulen van de onderraad.

Vraag 5

Deelt u de mening dat in verband met de controlerende taak van het parlement de informatieplicht van de regering zo ruim mogelijk geïnterpreteerd moet worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nee, zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 6

Is de minister nog steeds van mening dat zij de Kamer graag de notulen van de onderraad wilt sturen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Nee, zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 7

Is de minister-president bereid de ontheffing van de geheimhouding te verlenen, voor het gedeelte dat op de Olympische Spelen betrekking heeft? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Nee, zie het antwoord op vraag 4.

Vraag 8

Bent u bereid bovenstaande vragen dit keer wel te beantwoorden, en niet, zoals op 10 april 2012, een antwoord te geven op een niet gestelde vraag? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Ik beschouw uw vragen hiermee als beantwoord.


X Noot
1

Plenair debat, 27 maart 2012.

Naar boven