Vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de situatie van Khader Adnan en administratieve detentie van Palestijnen door Israël (ingezonden 22 februari 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 11 mei 2012).

Vraag 1 en 2

Heeft u kennisgenomen van de situatie van de Palestijn Khader Adnan, die sinds 18 december 2011 in hongerstaking is uit protest tegen de gewelddadige en vernederende wijze waarop hij door Israëlische autoriteiten zou zijn gearresteerd en ondervraagd?

Is het waar dat Adnan sindsdien in administratieve detentie wordt vastgehouden, zonder aanklacht, proces en bekendmaking van bewijsmateriaal?

Antwoord 1 en 2

De heer Adnan heeft op 22 februari jl. zijn hongerstaking stopgezet en is op 17 april j.l. door de Israëlische autoriteiten vrijgelaten.

Vraag 3

Klopt het bericht van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem dat de Israëlische autoriteiten eind 2011 307 Palestijnen in administratieve detentie vasthielden, een stijging van 40% ten opzichte van een jaar eerder?1

Antwoord 3

In het afgelopen decennium is het aantal administratief gedetineerde Palestijnen in Israël drastisch afgenomen van 1 007 in 2003 tot 307 in 2011. In 2010 bedroeg het aantal 204.

Vraag 4 t/m 7

Kent u de cijfers van B’Tselem2 wat betreft de gemiddelde duur van de detentie periode? Vindt u deze gang van zaken stroken met de fundamentele normen van een eerlijk proces? Kunt u uw antwoord toelichten?

Is het waar dat Palestijnse administratieve gevangenen nooit worden geïnformeerd over de precieze aanklacht en van het bewijs dat aan de basis van die aanklacht ligt, waardoor het voor hen onmogelijk is om effectief in beroep te gaan tegen het bevel? Vindt u deze gang van zaken stroken met de fundamentele normen van een eerlijk proces? Kunt u uw antwoord toelichten?

Is het waar dat, indien er sprake is van beroep, het Hooggerechtshof uitspraak doet op basis van geheime informatie die niet toegankelijk is voor de advocaat van de betreffende gedetineerde? Klopt het dat in zo goed als alle gevallen, het Hooggerechtshof de administratieve detentie bevestigt? Vindt u deze gang van zaken stroken met de fundamentele normen van een eerlijk proces? Kunt u uw antwoord toelichten?

Deelt u de mening van Amnesty International en Human Rights Watch dat de administratieve detentie zoals uitgevoerd door Israel een onwettige maatregel is? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4 t/m 7

Op basis van het internationaal recht is detentie om dwingende redenen van veiligheid, zonder dat dit samenhangt met een strafrechtelijk proces, geoorloofd als een uitzonderlijke maatregel. Een dergelijke detentie dient conform internationaalrechtelijke waarborgen te worden uitgevoerd, zonder willekeur. De EU dringt aan op naleving van deze waarborgen. Het in beroep kunnen gaan tegen een besluit tot veiligheidsdetentie is een belangrijke internationaalrechtelijke waarborg.

De Israëlische wet staat deze vorm van administratieve detentie toe. Het komt voor dat het Hooggerechtshof de administratieve detentie ongegrond verklaart.

Vraag 8 en 9

Deelt u de opvatting van het UN Committee against Torture dat onder meer administratieve detentie leidt tot «onredelijk lange periodes» van opsluiting zonder dat het recht op verdediging gegarandeerd is? Zo ja, bent u bereid deze gedragingen in duidelijke termen te veroordelen, aangezien Israel hiermee in strijd handelt met een reeks internationale verdragen die door de staat Israel zijn ondertekend en geratificeerd? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de opvatting van het UN Committee against Torture dat de Israëlische praktijken van administratieve detentie indruisen tegen artikel 16 van het VN Verdrag tegen Foltering: het verbod op wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid uw Israëlische collega's hierop aan te spreken en hen erop te wijzen dat deze vorm van detentie een duidelijke schending is van fundamentele mensenrechten? Zo ja, hoe gaat u dit doen?

Antwoord 8 en 9

Israël is als verdragspartij bij mensenrechtenverdragen en de Conventies van Genève gehouden de verplichtingen uit deze verdragen na te komen. Israël rapporteert hierover regelmatig aan de betreffende verdragsorganen.

De Nederlandse regering hecht aan de strikte naleving van de internationaalrechtelijke bepalingen omtrent detentie en dat wordt ook in contacten met Israël uitgedragen.

Vraag 10

Steunt u de eis van mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch en Physicians for Human Rights-Israel, dat Israël alle Palestijnen in administratieve detentie dient vrij te laten, indien hen geen eerlijk proces wordt geboden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 10

Zie antwoord op vragen 4 t/m 7.

Vraag 11

Heeft u kennisgenomen van het recente rapport «Accountability Still Denied» van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Public Committee Against Torture in Israel (PCATI)?3 Hoe beoordeelt u de bevinding van PCATI dat Israëlische autoriteiten sinds 2001 de behandeling van meer dan 700 klachten tegen marteling en mishandeling hebben stopgezet, zonder dat een strafrechtelijk onderzoek had plaatsgevonden?

Antwoord 11

Ja. Ik kan niet beoordelen in hoeverre de bevindingen van het rapport correct zijn. Israëlische autoriteiten zijn gehouden aan het deugdelijk onderzoeken van klachten van marteling en mishandeling.

Vraag 12

Hoe monitort u misstanden in en door Israël rond administratieve detentie, marteling en mishandeling? Hoe oefent u effectieve druk uit op de Israëlische autoriteiten om deze misstanden te beëindigen? Wilt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 12

Nederland voert bilateraal en via de EU een mensenrechtendialoog met Israël, onder meer over de naleving van internationaalrechtelijke verplichtingen die voortvloeien uit het humanitair oorlogsrecht en mensenrechtenverdragen. De EU voert een constructieve dialoog met Israël in de jaarlijkse bijeenkomsten van de informele werkgroep Mensenrechten EU-Israël. In een verklaring van 17 februari jl. uitte Hoge Vertegenwoordiger Ashton haar zorgen over het gebruik van administratieve detentie.

Vraag 13

Hoeveel Palestijnse parlementsleden zitten op dit moment in Israëlische gevangenschap? Hoeveel van hen worden in administratieve detentie vastgehouden? Hoeveel van hen beschouwt u als politieke gevangene, op basis van welke criteria?

Antwoord 13

Er bevinden zich 27 Palestijnse parlementsleden in hechtenis, waarvan 24 in administratieve detentie. Betreffende parlementsleden zijn volgens Israël allen gedetineerd vanwege directe betrokkenheid bij terroristische activiteiten, niet vanwege hun politieke overtuiging.

Vraag 14

Hoeveel Palestijnse kinderen zitten op dit moment in Israëlische gevangenschap? Hoeveel van hen worden in administratieve detentie vastgehouden?

Antwoord 14

Volgens B’Tselem bevonden zich op 29 februari jl. 183 minderjarigen in Israëlische gevangenschap. Geen van hen bevond zich in administratieve detentie.

Vraag 15

Wat is het totale aantal Palestijnen dat Israël op dit moment vasthoudt voor (vermeende) daden die verband houden of in verband gebracht worden met het Israëlisch-Palestijnse conflict?

Antwoord 15

Per 29 februari 2012 werden 4 411 Palestijnen door de Israëlische autoriteiten vastgehouden. Zij zijn op diverse grondslagen gedetineerd.

Vraag 16

Bent u bereid bij de Israëlische autoriteiten uw zorgen over de alarmerende situatie van Adnan over te brengen en aan te dringen op een snel en eerlijk proces? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 16

Zie antwoord op vragen 1 en 2.


X Noot
1

«Administrative Detention», website B’Tselem, http://www.btselem.org/administrative_detention/20120201_sharp_rise_in_administrative_detention (bekeken op 20 februari 2012).

X Noot
2

Ontvangen van de Israeli Prison Service.

X Noot
3

«Accountability Still Denied», Public Committee Against Torture in Israel, januari 2012, http://www.stoptorture.org.il/files/PCATI_eng_web.pdf.

Naar boven