Vragen van het lid Hazekamp (PvdD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het naderen van een post-antibioticatijdperk (ingezonden 29 maart 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ontvangen 14 mei 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2204.

Vraag 1

Kent u de berichten «WHO luidt noodklok over gebrek aan medicijnen tegen resistente bacteriën»?1 2

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Hoe beoordeelt u de uitspraken van Margaret Chan, directeur van de World Health Organisation (WHO), dat een post-antibioticatijdperk dreigt, waardoor eenvoudige keelinfecties en een geschaafde knie tot de dood kunnen leiden?

Hoe beoordeelt u de uitspraak van Margaret Chan dat momenteel meervoudige rampen de wereld teisteren, en we het niet kunnen toelaten dat het verlies van antibiotica en daarmee de noodzakelijke behandeling van vele miljoenen mensen, de volgende wereldramp wordt?

Antwoord 2 en 3

In de brief over antibiotica in de veehouderij van 25 november 2011 (TK Kamerstuk 29 683, nr. 106) is ook aandacht besteed aan de humane antibioticaproblematiek. Hierin kunt u lezen dat ondanks dat zorgprofessionals hun uiterste best doen, behandelmogelijkheden teruglopen en de resistentie gestaag toeneemt. Er zijn momenteel nog voldoende middelen om patiënten te behandelen maar dat moet in de toekomst ook zo blijven. De dreiging die mevrouw Chan agendeert voelen wij in Nederland ook en juist daarom nemen wij de resistentieproblematiek zeer serieus.

Mevrouw Chan noemt in haar toespraak acties die moeten worden ingezet om de strijd aan te gaan met antibioticaresistentie. Zij noemt bijvoorbeeld dat antibiotica zorgvuldig moeten worden voorgeschreven en dat antibiotica in de veehouderij alleen voor therapeutische doeleinden moet worden gebruikt. Dit zijn zaken waarop het Nederlandse beleid gericht is en waar wij op Europees en Internationaal niveau voor pleiten.

Vraag 4

Deelt u de opvatting van Margaret Chan dat politieke wil om het probleem aan te pakken essentieel is, maar dat de aandacht sporadisch is en acties veel te kort schieten? Zo ja, welke consequenties verbindt u daaraan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Politieke wil is zeker van belang om de resistentieproblematiek aan te pakken. In Nederland is deze politieke wil er en wordt er al jaren hard gewerkt om de problematiek aan te pakken. In de humane gezondheidszorg behoort Nederland tot één van de landen met het minste gebruik van antibiotica en de laagste antibioticaresistentie in vergelijking tot andere Europese landen. In de veterinaire sector hebben we harde afspraken met de sector om de doelstelling van 50% reductie te behalen in 2013 ten opzichte van 2009. Daarna is verdere reductie nodig. Zoals mevrouw Chan aangeeft is de antibioticaresistentie problematiek een internationaal probleem. Zowel de Europese Commissie als de WHO hebben dit probleem op de agenda staan. Dit is van groot belang en dit juich ik sterk toe. Waar mogelijk moedigen staatssecretaris Bleker en ik dit verder aan.

Vraag 5

Deelt u de mening dat het vrijblijvend afspreken van reductiepercentages, zonder stok achter de deur en zonder wettelijke maatregelen, waarbij de verantwoordelijkheid voor het oplossen van een ernstig groot volksgezondheidsprobleem in zijn geheel bij de sector neergelegd wordt die haar zelf veroorzaakt heeft, een voorbeeld is van het door mevr. Chan geconstateerde gebrek aan politieke wil? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid alsnog wettelijke maatregelen te treffen om het antibioticagebruik in de veehouderij drastisch te verminderen?

Antwoord 5

Zoals gemeld zetten Staatssecretaris Bleker en ik hard in op de aanpak van de antibiotica resistentieproblematiek. Ik deel uw mening niet dat er daarbij slechts vrijblijvende afspraken zijn gemaakt met de betreffende veehouderijsectoren, zonder stok achter de deur. Ik verwijs u naar de brief betreffende antibiotica in de veehouderij van 25 november 2011 (TK Kamerstuk 29 683, nr. 106) waarmee u bent geïnformeerd over het antibioticabeleid in de veehouderij. De in die brief beschreven sturingsfilosofie bestaat uit niet vrijblijvende zelfregulering in combinatie met stevig overheidstoezicht.

Overigens zijn er diverse bronnen van resistentie, waarvan de veehouderij er één is. Ook in de humane gezondheidszorg ontwikkelt zich resistentie. Daarnaast draagt bijvoorbeeld import door reizigers bij aan de resistentieontwikkeling in ons land. Wat de precieze bijdrage van deze verschillende bronnen aan de totale resistentieproblematiek is, is op dit moment niet bekend. Zowel humaan als veterinair treffen Staatssecretaris Bleker en ik maatregelen om de resistentieproblematiek tegen te gaan.

Vraag 6

Deelt u de mening van prof. Kluytmans dat het huidige beleid, het halveren van het antibioticagebruik in de veehouderij, ontoereikend is en dat het gebruik van antibiotica in de veehouderij teruggebracht moet worden naar een fractie van wat het nu is? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dat te bereiken, en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De mening van dhr. Kluytmans komt in zoverre overeen met onze opvatting dat het huidige beleid, het halveren van het antibioticagebruik in de veehouderij, niet het einddoel is. Wij hebben altijd aangegeven dat ook na 50% reductie in het gebruik van antibiotica in de veehouderij verdere reductie nodig is.

Vraag 7

Bent u bereid het systeem van de veehouderij grondig te herzien, teneinde te komen tot de volgens de WHO noodzakelijke drastische vermindering van het antibioticagebruik in de veehouderij? Zo ja, op welke, wijze en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

In onze brief van 25 november 2011 hebben wij in reactie op het advies van Bureau Berenschot aangegeven dat er ook een transitie naar duurzame bedrijfsvoering door veehouders nodig is om het antibioticagebruik structureel te verminderen. Wij verwachten van het bedrijfsleven een aanpak waarin alle schakels van de productieketen, van fokkerij tot retail, samenwerken om deze transitie te realiseren. Ik verwijs u in dit verband ook naar de brief aan uw Kamer over duurzame veehouderij van 23 november 2011 (TK Kamerstuk 33 037, nr. 1).

Naar boven