Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Peters (GroenLinks) en Kortenoeven (PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de veroordeling van de winnares van de Mensenrechtentulp (ingezonden 12 april 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 10 mei 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de veroordeling van de advocate en winnares van de Mensenrechtentulp Ni Yulan en haar echtgenoot tot 2 jaar cel? Bent u door de Chinese autoriteiten hiervan op de hoogte gesteld? Bent u tevens bekend met het rapport van Amnesty International «Against the Law» over de intimidatie en repressie van Chinese advocaten?

Antwoord 1

Ik heb kennisgenomen van de uitspraak van de rechtbank via de aanwezigheid van de Nederlandse ambassade. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank een verklaring afgegeven aan journalisten en diplomaten, die geen toegang kregen tot de zitting. Ja, ik ben bekend met het rapport van Amnesty International.

Vraag 2

Deelt u de mening dat hier sprake is geweest van een oneerlijk proces en dat Ni Yulam en haar echtgenoot vanwege onrechtmatige redenen zijn veroordeeld? Zo nee, op basis waarvan concludeert u dit? Heeft u bij uw Chinese ambtsgenoot gepleit voor de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Ni Yulan en haar echtgenoot? Zo nee, bent u bereid dat alsnog te doen? Bent u bereid om de Chinese ambassadeur te ontbieden naar aanleiding van deze veroordeling? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om ook te pleiten voor een EU-veroordeling? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Nederland heeft met zorg kennis genomen van de veroordeling van Ni Yulan. Onze zorg over de gang van zaken is duidelijk verwoord in de verklaring die de EU in Peking heeft afgegeven bij de rechtbank. Ik heb op passende wijze de Chinese autoriteiten op de hoogte gesteld van het feit dat ook Nederland zeer teleurgesteld is over deze veroordeling.

Ik deel ook de internationale zorgen over de mate van transparantie die bij de behandeling van de rechtszaak is betracht. Nederland en de EU roepen China op de mensenrechten te respecteren en te handelen conform internationaalrechtelijke regels en verplichtingen. Deze zaak zal wat Nederland betreft ook onderwerp van gesprek moeten zijn tijdens de komende EU-China mensenrechtenconsultaties.

Ik zal met mijn Europese collega’s deze zaak nauwgezet blijven volgen. De rechtsgang is nog niet voltooid voor Ni Yulan en haar echtgenoot; zij hebben een verzoek om hoger beroep ingediend.

Vraag 3

Bent u bekend met het feit dat activisten en advocaten in China regelmatig worden veroordeeld op grond van vage aanklachten, zoals «onrust stoken» en dat zij vaak ten onrechte worden beschuldigd van fraude?

Antwoord 3

Nederland en andere EU-lidstaten delen de zorgen over het gebrek aan transparantie, die bij deze rechtszaak wordt betracht. De versterking van de rechtsstaat blijft een belangrijk onderwerp tijdens de Nederlandse en EU-dialoog met China. Naast het voorkomen van onregelmatigheden zoekt Nederland daarbij ook naar mogelijkheden om de Chinese juridische sector te versterken, in lijn met internationale standaarden.

Vraag 4

Hoe verhoudt deze veroordeling zich met de onlangs ingevoerde Chinese wetswijzigingen van het strafprocesrecht, die volgens de autoriteiten meer garanties voor mensenrechten zouden bieden?

Antwoord 4

De nieuwe Strafproceswet treedt pas op 1 januari 2013 in werking. De wet heeft meer oog voor rechten van verdachten. Aan de andere kant staan er ook bepalingen in over gedwongen verdwijningen die zorg baren. De wet zal in EU-verband nader worden bekeken en besproken.

Vraag 5

Bent u bereid om de structurele inperking van de vrijheid van de Chinese advocatuur bij uw ambtsgenoot aan te kaarten? Zo ja, op welke wijze gaat u hier vorm aan geven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Het belang van een goed functionerende rechtsstaat, naar internationale standaarden en volgens internationale verdragen, inclusief de rol van advocaten, is een belangrijk punt in bilaterale consultaties en de EU-dialoog met China. Ook Nederland draagt hieraan bij via de financiering van projecten en het bespreken van dit belang tijdens bilaterale mensenrechtenconsultaties.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling van eerdere vragen terzake van de leden Pechtold (D66), ingezonden 12 april 2012 (vraagnummer 2012Z07635) en het lid Timmermans (PvdA), ingezonden 12 april 2012 (vraagnummer 2012Z07637, zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2467).

Naar boven