Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over telelogopedie (ingezonden 27 maart 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 mei 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2159.

Vraag 1

Wat is uw opvatting over het innovatieproject Online-logopedie met TinyEye van verzekeraar FBTO? Voldoet dit project aan uw definitie van zorginnovatie en e-health?1

Antwoord 1

Innovatieprojecten zijn erop gericht dat buiten de gebaande wegen wordt getreden. Reeds langer zijn mij initiatieven met telelogopedie bekend waarbij gebruik wordt gemaakt van digitale telecommunicatie (internet). Uit contacten met de beroepsvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF), blijkt dat telelogopedie steeds meer ingang vindt. Mede om die reden heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aparte tariefbeschikking voor telelogopedie vastgesteld. Indien telelogopedie de zorg dichter bij de zorggebruiker brengt en de toegang tot de zorg verlaagt, juich ik deze ontwikkeling toe. Wel acht ik het essentieel dat de telelogopedische contacten worden voorafgegaan door een fysiek (face-to-face) aannamegesprek. Dit is ook de lijn van de NVLF. Uit navraag blijkt dat het initiatief van TinyEye hieraan voldoet.

Vraag 2

Wat is uw oordeel over de claim «online logopedie is minstens zo effectief is als traditionele behandeling»? Is deze claim wetenschappelijk onderbouwd? Zo ja, op welke wijze?2

Antwoord 2

De methode die TinyEye voor telelogopedie hanteert heeft reeds enige jaren in Canada en de Verenigde Staten ingang gevonden. Inmiddels is er een veelheid van onderzoeksliteratuur op het gebied van telelogopedie beschikbaar. Hieruit blijkt dat er geen sprake is van verminderde resultaten bij telelogopedie ten opzichte van logopedie waarbij de patiënt lijfelijk aanwezig is. Ook lijken er geen verschillen te zijn in de juistheid van diagnose-stelling via een webcam ten opzichte van een gesprek waarbij de patiënt lijfelijk aanwezig is. Niettemin geeft de Nederlandse beroepsvereniging voor wat dat laatste betreft de voorkeur aan een face-to-face aannamegesprek en diagnosestelling. Zoals gemeld bij het antwoord op vraag 1 ondersteun ik dat uitgangspunt. Overigens zou ik liever niet spreken van online logopedie versus traditionele logopedie, omdat de inhoudelijke aanpak van telelogopedie niet afwijkt van de reguliere logopedie. Het verschil berust enkel in het hanteren van een communicatiemedium.

Vraag 3 en 4

Zijn er in Nederland problemen met de kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid van logopedie? Zo ja, op welke wijze zorgt u dat deze noodzakelijke zorg verbetert? Zo nee, wat is de meerwaarde van innovaties in nieuwe vormen van tele- of online-logopedie, en zijn uitgaven hieraan doelmatig?

Deelt u de mening dat telelogopedie geen volwaardige vervanging kan zijn van logopedie waarbij direct contact plaatsvindt, enerzijds omdat contact via internet de communicatie en observatie kan beperken, anderzijds omdat bij logopedie ook tactiële ondersteuning of instructie door middel van beweging noodzakelijk kan zijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

Er zijn mij geen signalen bekend van problemen met de kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid van de logopedie. Telelogopedie is ook niet bedoeld om een vervanging te bieden voor de reguliere logopedie (face-to-face) maar beoogt een aanvulling hierop te zijn. Om die reden ondersteun ik de beleidslijn van de beroepsvereniging om telelogopedie niet eerder toe te passen nadat een face-to-facecontact met de patiënt heeft plaatsgehad. Telelogopedie is primair gericht op jeugdige zorggebruikers waarbij het gebruik van digitale communicatiemiddelen goed aansluit bij hun dagelijkse belevingswereld. Dat kan gunstig uitwerken op de toegang naar logopedische zorg en de therapietrouw.

Vraag 5

Is het waar dat kinderen vaker bij logopedie afhaken vanwege de kosten, ondanks dat logopedie wordt vergoed? Is hier onderzoek naar verricht? Zo ja, wat gaat u doen om resterende financiële drempels weg te nemen? Zo nee, bent u van mening dat de directeur van TinyEye een onjuiste voorstelling van zaken geeft? Wilt u uw antwoord toelichten?3

Antwoord 5

Logopedische zorg wordt volledig vanuit het basispakket van de Zorgverzekeringswet vergoed. In tegenstelling tot veel andere vormen van verzekerde zorg zijn er geen beperkingen opgelegd aan de aanspraak op logopedische zorg. Ik zie dus geen enkele reden waarom kinderen of hun ouders vanwege de kosten zouden moeten afhaken, anders dan mogelijke reiskosten, zoals TinyEye aanvoert. Dat laatste reken ik echter tot de eigen verantwoordelijkheid van de verzekerden.

Vraag 6 en 9

Is het waar dat de Triade Groep, gelieerd aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) tweeënhalve ton heeft geïnvesteerd in het project? Zo nee, wat zijn de juiste gegevens? Zo ja, vindt u dit een doelmatige investering van ziekenhuismiddelen en wilt u uw antwoord toelichten?

Is het waar dat het UMCG via de Triade Groep in feite investeert in een bedrijf dat dochter is van een partneronderneming van het UMCG? Wat is uw oordeel over deze duizelingwekkende constructie? Vindt u dergelijke constructies passen bij een (academisch) ziekenhuis? Wilt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6 en 9

De Triade Groep is een conglomeraat van private instellingen die ondersteunende diensten en infrastructurele voorzieningen biedt ten dienste van het Universitair Medisch Centrum Groningen. De Triade Groep wordt gefinancierd vanuit derde en vierde geldstromen en komt niet ten laste van door de overheid gegenereerde geldstromen. Eventuele investeringen die zijn gedaan vanuit de Triade Groep vallen buiten mijn verantwoordelijkheidsdomein.

Vraag 7 en 8

Beschouwt u het Spraakfonds als een belangenorganisatie, liefdadigheidsinstelling of als commerciële onderneming? Vindt u dat de website dit voldoende transparant maakt voor donateurs en sponsoren?4

Is het waar dat het bedrijf TinyEye financieel wordt ondersteund door het Spraakfonds, terwijl de voorzitter van het Spraakfonds tevens directeur van TinyEye is? Zo ja, deelt u de mening dat donateurs van het Spraakfonds hierdoor indirect investeren in een commerciële onderneming en de financiële positie van de betreffende persoon? Wat is hierover uw oordeel?

Antwoord 7 en 8

Het Spraakfonds is aangemerkt als een ANBI- Algemeen Nut Beogende Instelling. Ik acht het niet aan mij om een private organisatie nader te karakteriseren of om haar website te beoordelen. Desgevraagd heeft TinyEye mij verklaard niet door het Spraakfonds te zijn of worden ondersteund. Ik heb geen opvattingen over het feit of donateurs van het Spraakfonds wel of niet indirect in TinEye investeren. Ik vind dat de donateurs zelf de verantwoordelijkheid dragen om de eindbestemming van hun geld te controleren en hier wel of geen instemming aan te verlenen, daar zie ik voor mij als minister geen rol weggelegd.


X Noot
3

http://fd.nl/entrepreneur/young-entrepreneur/666937–1201/financiering-geldschieter-helpt-met-acquisitie

Naar boven