Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en voor Immigratie, Integratie en Asiel over rondreizende radicale moslims (ingezonden 18 april 2012).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) mede namens de minister van Immigratie, Integratie en Asiel (ontvangen 9 mei 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de reportage van de Evangelische Omroep over rondreizende radicale moslims, die burgers proberen te werven voor de islam?1

Vraag 2

Deelt u de zorg over het feit dat deze jongeren zich afzetten tegen de Nederlandse democratische rechtsstaat en zeggen geweld niet af te wijzen als het gaat om de positie van de islam? Welke mogelijkheden ziet u en benut u om deze verschijnselen zoveel mogelijk tegen te gaan?

Vraag 3

Maken deze activiteiten deel uit van een proces van toenemend zelfbewustzijn en groeiende radicalisering? Hoe beoordeelt u die trend?

Vraag 4

Worden deze groepen jongeren met bijzondere zorg door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) gevolgd? Geldt dit ook de contacten die deze jongeren hebben met radicale imams in het buitenland? Kan de Kamer in het eerstvolgende jaarrapport over de resultaten worden geïnformeerd?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Immigratie, Integratie en Asiel, dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over rondreizende radicale moslims (ingezonden 18 april 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

De vijfde dag, 12 april 2012.

Naar boven