Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2378 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 2378 |
Kent u het bericht dat de burgemeester van de gemeente Rhenen in aanloop naar Koninginnedag 2012 huiszoekingen wil laten uitvoeren en dat wie niet meewerkt zal worden gearresteerd?1 Zo ja, klopt dit bericht?
Ja. Het bericht betreft een fragment van het verloop van een voorlichtingsbijeenkomst in de aanloop naar Koninginnedag 2012 en mist daardoor de context waarin de opmerking van de burgemeester is geplaatst. Het binnentreden zonder toestemming van de bewoner en het verrichten van huiszoekingen en arrestaties kunnen uiteraard niet zomaar worden verricht. Dit zijn vergaande bevoegdheden waarmee terughoudend dient te worden omgegaan en die uitsluitend kunnen worden toegepast binnen de grenzen van wet- en regelgeving. De burgemeester geeft daar ook blijk van in het door hem verstrekte ambtsbericht.
Heeft de burgemeester van Rhenen überhaupt wel de juridische bevoegdheid om dergelijke vergaande bevoegdheden te treffen? Zo ja, welke juridische grondslag hebben deze huiszoekingen? Hoe verhoudt dit voornemen zich tot het grondwettelijk en verdragsrechtelijk erkende recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer? Vindt u dit voornemen van de Rhenense burgemeester voldoen aan de criteria van subsidiariteit en proportionaliteit?
In zijn ambtsbericht laat de burgemeester weten dat er geen voornemen tot huiszoeking bestaat en eerst bij een eventueel ernstig dreigende situatie sprake zal kunnen zijn van rechtmatig binnentreden.
Binnentreden zonder toestemming van de bewoner is een inperking van het huisrecht, zoals gegarandeerd in artikel 12 van de Grondwet, artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is daarom slechts geoorloofd in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen, aldus artikel 12, eerste lid, van de Grondwet. De bevoegdheid tot binnentreden zonder toestemming moet zijn geregeld in een specifiek daarop toegesneden formele wet (of in daarop gebaseerde lagere regelgeving), zoals artikel 8 van de Politiewet, artikel 55a van het Wetboek van Strafvordering, artikel 49 van de Wet Wapens en Munitie of artikel 149a van de Gemeentewet. Voorts gelden er verschillende vormvereisten op grond artikel 12, tweede en derde lid, van de Grondwet voor het binnentreden in overeenstemming met artikel 12, eerste lid, van de Grondwet. Deze zijn uitgewerkt in de Algemene wet op het binnentreden. Daarin is onder andere als vereiste voor de bevoegdheid tot binnentreden zonder toestemming van de bewoner opgenomen dat er, behoudens enkele uitzonderingen, sprake moet zijn van een rechterlijke of bestuurlijke machtiging.
In het onderhavige geval van de gemeente Rhenen is van belang dat ten tijde van Koninginnedag een noodverordening van kracht is (Koninginnedagnoodverordening 2012) die strekt tot handhaving van de openbare orde en het beperken van gevaar voor personen, alsmede een algemene raadsverordening die mede is gebaseerd op artikel 149a van de Gemeentewet. Deze raadsverordening biedt de grondslag voor de bevoegdheid tot binnentreden zonder toestemming van de bewoner, ten behoeve van het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de Koninginnedagnoodverordening 2012. Daadwerkelijk inzet van deze bevoegdheid zal moeten voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De vraag of daarvan sprake is, kan pas kort voorafgaand aan en na de eventuele inzet van de bevoegdheid worden beantwoord. De inzet van bevoegdheden is toetsbaar door de rechter.
Sinds wanneer heeft het weigeren van toestemming tot het binnentreden van een woning tot gevolg dat een onverdachte burger gearresteerd kan worden? Levert dit niet ook strijd op met grondwettelijk en verdragsrechtelijk erkende burgerlijke vrijheden? Is ook dit niet in strijd met de criteria van subsidiariteit en proportionaliteit?
Het weigeren toestemming te verlenen tot binnentreden is geen strafbaar feit en levert geen zelfstandige grond op voor aanhouding. Wel kan er grond zijn voor een aanhouding van de bewoner die weigert toestemming te verlenen, indien deze zich bijvoorbeeld tevens verzet tegen rechtmatig binnentreden of niet voldoet aan een in dat kader rechtmatig gegeven vordering of ambtelijk bevel (respectievelijk artikel 180 en 184 van het Wetboek van Strafrecht); de reden voor aanhouding bij het binnentreden is dan gelegen in het verzet of de weigering aan een rechtmatig bevel of vordering te voldoen, niet in de enkele weigering om toestemming te verlenen. In dit licht kan ook de verbodbepaling van artikel 16, derde lid, van de Koninginnedagnoodverordening 2012 van de gemeente Rhenen worden gezien. Daarin wordt de eigenaar of gebruiker van (o.a.) de woning verboden om in verband met de handhaving van het bepaalde in de Koninginnedagnoodverordening de met toezicht en handhaving van die verordening belaste ambtenaren, de toegang te beletten of te belemmeren. Voor overtreding van deze verbodsbepaling wordt (ook) verwezen naar artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht, dat overtreding van bepalingen uit een noodverordening strafbaar stelt. Voorstelbaar zou zijn geweest een verwijzing naar de genoemde artikelen 180 en 184 van het Wetboek van Strafrecht. Overigens is wederrechtelijk binnentreden door een ambtenaar strafbaar op grond van artikel 370 van het Wetboek van Strafrecht.
Deelt u de mening dat in dit geval nogal achteloos is omgesprongen met de vrijheidsrechten van onverdachte burgers? Zo nee, waarom niet?
Nee. Het creëren en gebruikmaken van bevoegdheden dient te gebeuren binnen de daarvoor gegeven wettelijke kaders. Van deze bevoegdheden is vooralsnog geen gebruik gemaakt. Evenmin bestond er – in elk geval ten tijde van de door de burgemeester aan mij verstrekte informatie – een voornemen om daartoe over te gaan. Bovendien blijkt uit de informatie dat de burgemeester zich terdege bewust is van de wettelijke kaders.
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de burgemeester van Rhenen over zijn voornemens? Zo nee, waarom niet?
Nee. Ik heb vooralsnog geen reden om aan te nemen dat de burgemeester zijn bevoegdheden niet zorgvuldig en binnen de wet zal toepassen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-2378.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.