Vragen van het lid Smilde (CDA) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de ontwikkelingen van E-health (ingezonden 2 april 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 27 april 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de woorden van de voorzitter van KPMG Gezondheidszorg in Brussel over de ontwikkelingen van E-health?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening van de heer Bos, die constateert dat in Nederland de versnippering van het zorglandschap een grootschalige ontwikkeling van E-Health in de weg staat en dat dat onverantwoordelijk is? Zo ja, wat gaat u eraan doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Ik herken het beeld dat e-health toepassingen nog onvoldoende op grote schaal worden ingezet in onze gezondheidszorg. Er zijn veel goede initiatieven aan te wijzen, maar die beperken zich vaak nog tot een kleine, regionale schaal. Om te komen tot zorgbrede implementatie van goed e-health toepassingen is er inderdaad behoefte aan gezamenlijke inspanning van verschillende partijen. Hiertoe ben ik dan ook in gesprek met een initiatief van zorgverzekeraars, zorgprofessionals en zorggebruikers die samen aan een e-health agenda werken. Ik zal de kamer voor het zomerreces van dit jaar informeren over dit initiatief en over de activiteiten van de overheid om hieraan bij te dragen.

Vraag 3, 4

Wat is uw reactie op een opmerking op datzelfde congres, dat er een opmerkelijke kloof bestaat tussen de goede digitale infrastructuur in Nederland en E-Health?

Deelt u de mening dat een snelle ontwikkeling van E-Health in Nederland een geweldige impuls zou kunnen geven aan laagdrempelige toegang tot de zorg, en zo invulling geeft aan het regeerakkoord, waar het gebruik van E-mental health wordt bevorderd om de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten?2

Antwoord 3, 4

De digitale infrastructuur in Nederland is van een hoog niveau, ook in vergelijking met andere landen. Deze infrastructuur zegt iets over de «hardware», maar zeker ook over de digitale vaardigheden en wensen van de Nederlanders. Ik constateer dat de Nederlandse burger behoefte heeft om ook in de zorg meer gebruik te maken van de mogelijkheden die ICT biedt.

E-health kan patiënten helpen hun rol in het zorgproces te vergroten en verbeteren. Daarbij komt dat e-health een bijdrage kan leveren aan arbeidsbesparing en meer doelmatigheid in de zorg. Om verschillende redenen is het daarom van belang om de rol van e-health in onze gezondheidszorg te vergroten. Ik zie de goede digitale infrastructuur in Nederland als een kans om hieraan bij te dragen.

Vraag 5

Kunt u aangeven wat u zou kunnen en willen doen om dat te stimuleren?

Antwoord 5

Ik vind het belangrijk dat overheid en veldpartijen gezamenlijk optrekken bij het realiseren van de ambities t.a.v. e-health. Alle partijen hebben hun eigen verantwoordelijkheid als het gaat om de ontwikkeling, gebruik, inkoop en de systeeminpassing van e-health in de gezondheidszorg. Daarbij vind ik het van belang dat er wordt gehandeld vanuit het perspectief van de gebruiker van de toepassing: de patiënt en de professional. Alleen dan heeft e-health een kans een wezenlijk onderdeel van de zorg te worden.

Ik zal de Kamer informeren over de plannen van het kabinet ten aanzien van e-health. Per brief van 10 april heb ik u laten weten dat ik voor het zomerreces van dit jaar een brief over e-health naar de Kamer zal sturen.


X Noot
1

Telegraaf, 29 maart 2012, Nederland op achterstand bij digitale zorg.

X Noot
2

Regeerakkoord.

Naar boven