Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over financiering van de rechtspraak (ingezonden 11 april 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 25 april 2012).

Vraag 1

Kent u het artikel «Betaal onze rechters voor het leveren van eindoplossingen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat in plaats van de verhoging van de griffierechten er voor een ander systeem van financiering van de rechtspleging moet worden gekozen? Zo ja, welk systeem staat u voor ogen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Neen. Internationaal wordt het Nederlandse systeem gezien als een best practice voor een goede financiering van de rechtspraak. Het budget van de rechtspraak wordt verhoogd als er meer zaken binnenstromen, terwijl het systeem gelijktijdig prikkels bevat voor het bevorderen van de efficiency. Om de kwaliteit te borgen is er naast het financieringssysteem ook sprake van een kwaliteitssysteem. Het huidige systeem van financiering en kwaliteitsborging functioneert goed, óók in tijden van economische crisis.

Vraag 3

Wat is uw mening over het in het artikel gestelde dat rechtspraak het beste kan worden betaald naar mate van gebruik? Kunt u daarbij ingaan op de stelling dat indien een rechtszaak na een inleidende zitting (comparitie) wordt beëindigd de kosten daarvan lager zijn met een goed tarief verdeeld over twee partijen, eventueel naar draagkracht?

Antwoord 3

Ik ben van mening dat het in zijn algemeenheid goed is als burgers meer gaan betalen voor het gebruik van rechtspraak, en dat daardoor de bijdrage uit de algemene middelen navenant kan verminderen. Dat betekent echter niet dat deze relatie zo direct gelegd kan en mag worden voor iedere individuele rechtszaak. De systematiek om het te betalen griffierecht van een civiele zaak te koppelen aan het afronden van een inleidende zitting (comparitie), zodat in geval van een succesvolle comparitie beide partijen een lager griffierecht betalen dan wanneer beiden de zaak doorzetten en een schriftelijk vonnis verlangen, acht ik om een aantal redenen niet wenselijk. Als partijen in een dergelijke situatie een lager griffierecht betalen, betekent dit dat de instaptarieven voor andere zaken aanzienlijk moeten worden verhoogd. Dat is niet wenselijk met het oog op de toegankelijkheid. Dergelijke «pay as you go»-systemen hebben bovendien als nadeel dat partijen voorafgaand aan de procedure niet goed weten wat het geschil gaat kosten en welk financieel risico ze daardoor lopen. In het systeem dat ik voorsta, weet iedere partij vooraf precies wat de griffierechten zijn. Dit stimuleert dat alleen die zaken voor de rechter komen waarbij andere alternatieven zijn uitgeprobeerd. Tot slot worden in het huidige systeem de griffierechten in één keer definitief vooraf betaald. Zo’n eenvoudig systeem is transparant en geeft lage uitvoeringslasten.

Vraag 4

Bevat het huidige systeem van financiering van de rechtspleging financiële prikkels die leiden tot een goede, snelle rechtspraak of prikkels die leiden tot differentiatie en innovatie in prijzen en diensten? Zo ja, welke prikkels zijn dit dan? Zo nee, bent u voornemens dergelijke prikkels wel in te gaan bouwen?

Antwoord 4

Het huidige systeem leidt mijns inziens tot een kwalitatief goede en snelle rechtspraak. Dat blijkt onder andere uit het rapport Visitatie gerechten 2010 en het klantwaarderingonderzoek rechtspraak 2011.

Bij het aanwenden van het budget hebben rechtbanken een grote mate van vrijheid in het organiseren van het rechtspreken, gegeven de specifieke omstandigheden waarin een rechtbank verkeert. Deze mogelijkheid tot maatwerk prikkelt tot efficiëntie en kwaliteit van de gerechten. In het huidige systeem worden de prijzen voor drie jaar vastgelegd. Ook dit geeft een prikkel om zaken snel en efficiënt te behandelen: efficiency wordt niet meteen afgeroomd, maar kan door de rechtspraak worden gebruikt om het systeem kwalitatief te verbeteren, efficiënter in te richten of te innoveren.

De innovatie van de rechtspraak kan ook op allerlei andere manieren worden bevorderd. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van een innovatiebudget voor goede initiatieven, buiten de reguliere bekostiging om. Deze weg volg ik door middel van de Innovatieagenda Rechtsbestel. De innovatieagenda Rechtsbestel leidt tot simpele procedures, meer alternatieve geschilbeslechting en verdergaande digitalisering van de rechtspraak.

Vraag 5

Bent u bereid met de diverse betrokken organen te overleggen over een financieringssysteem van de rechtspraak waarbij de bovengenoemde prikkels wel worden ingebouwd met behoud van de publieke dienstverlening, waaronder een goed toegankelijke rechtspraak? Zo ja, op welke termijn kan de Kamer de uitkomsten van dit overleg tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Nee. Zie de antwoorden op vraag 1 tot en met 4.


X Noot
1

Financieele Dagblad, 11-4-2012, p. 7.

Naar boven