Vragen van het lid Van Tongeren (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de kosten van een alternatief voor het ontpolderen van de Hedwigepolder (ingezonden 28 maart 2012).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 20 april 2012).

Vraag 1, 2, 3, 4, 5 en 6

Is het waar dat de kosten van het alternatief IIa uit de studie van Deltares 300 miljoen euro zijn?

Voldoet dit alternatief aan de criteria die het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) aan Deltares heeft opgegeven?

Per brief van 17 juni 2011 (Tweede Kamer, 2010–2011, 30 862, nr. 48) heb ik uw Kamer het rapport van Deltares doen toekomen. De kosten voor de in dat rapport opgenomen variant IIa zijn door Deltares berekend op € 270 mln (zie p. 10 en 80 van het rapport). Met de uitwerking van een aantal varianten, waaronder IIa, heeft Deltares antwoord gegeven op de vragen die ik dit instituut gesteld had.

De vraagstelling aan Deltares is in mijn brief van 17 juni 2011 opgenomen.

Hoeveel hectare natuurherstel levert het voorstel van het ministerie van EL&I op?

Kunt u de Kamer een overzicht sturen van de alternatieve ontpolderingen en buitendijkse maatregelen die u voor ogen heeft, de kosten daarvan en het aantal hectare natuurherstel dat deze ontpolderingen en buitendijkse maatregelen opleveren?

Moeten er voor uw alternatief langere dijken worden aangelegd dan voor het oorspronkelijke plan? Zo ja, hoeveel langer wat zijn de kosten van onderhoud van deze dijken?

Wat vindt u van het uitgeven van ca. 300 miljoen euro gemeenschapsgeld in tijden van krapte ten behoeve van ca. 5 Nederlandse pachters in de Hedwigepolder?

Antwoord 1, 2, 3, 4, 5 en 6

Aannemende dat met «het voorstel van het ministerie van EL&I» gedoeld wordt op het kabinetsbesluit van 17 juni 2011, wil ik u voor het antwoord op de vragen over welke ontpolderingen, buitendijkse maatregelen, noodzakelijke dijkaanleg en de kosten daarvan aan de orde zijn, verwijzen naar de brief van die datum aan uw Kamer (TK, 2010–2011, 30 862, nr. 48). Het kabinetsbesluit rekent overigens niet met kosten van € 300 mln, maar met maximaal € 190 mln.

Naar boven