Vragen van de leden Kortenoeven, Bosma en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Turkse reactie op het in het Rijksmuseum exposeren van een «anti-Turkse spotprent» (ingezonden 13 april 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 19 april 2012).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Turkse ophef over spotprent Rijksmuseum»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is er in Turkse media inderdaad schande gesproken over (het exposeren van) de afbeelding? Zo ja, om welke media gaat het en wat was de pointe van de kritiek?

Antwoord 2

De Turkse krant Akşam («Ottoman Alarm», 5 april jl.) heeft een artikel gepubliceerd over een expositie in het Rijksmuseum. Het bericht beschrijft een prent uit 1 683 en reacties daarop.

Vraag 3

Hebben Turkse autoriteiten of hun vertegenwoordigers zich op enigerlei wijze tot de Nederlandse regering en/of het Rijksmuseum gewend met betrekking tot het exposeren van onderhavige afbeelding? Zo ja, op welke wijze en met welke boodschap?

Antwoord 3

De Turkse Ambassade heeft met het ministerie van Buitenlandse Zaken contact gehad. Van Turkse zijde is daarbij melding gemaakt van bezorgdheid, n.a.v. de bewuste prent, in de Turkse media. Voor wat betreft eventuele Turkse contacten met het Rijksmuseum, verwijs ik u naar de directeur van het Rijksmuseum.

Vraag 4

Hoe beoordeelt u het dhimmigedrag van het Rijksmuseum, dat zich door middel van een «verklarende tekst» heeft gedistantieerd van de betekenis van het onderhavige ruim 325 jaar oude kunstwerk?

Antwoord 4

Het Rijksmuseum geeft aan dat het als samensteller niet noodzakelijkerwijs de visie van een individuele kunstuiting uit 1 683 onderschrijft. Het Rijksmuseum is verantwoordelijk voor zijn eigen toelichting op kunstwerken. De regering kan zich overigens vinden in de tekst die thans bij deze prent is aangebracht. De in de vraag gebruikte betiteling van het gedrag van het Rijksmuseum wordt door de regering niet gedeeld. Turkije vervult een brugfunctie in de dialoog met de islamitische wereld.

Vraag 5

Wilt u deze vragen voor de duidelijkheid ieder afzonderlijk en voor dinsdag 17 april om 12.00 uur beantwoorden?

Antwoord 5

Ja.

Naar boven