Vragen van het lid Groot (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over de hoge inflatie op de BES-eilanden (ingezonden 5 april 2012).
Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 18 april
2012).
Vraag 1
Kent u het bericht «Snel herstel koopkracht hard nodig»?1
Vraag 2
Is het waar dat de bewoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba sinds de transitie
worden geconfronteerd met een zeer hoge inflatie (Bonaire 5,4%, Sint Eustatius 9,9%
en Saba 6,4% in 2011)?
Antwoord 2
De genoemde cijfers komen overeen met de cijfers die het CBS op 25 januari 2012 als
jaarmutatie voor de inflatie op de afzonderlijke eilanden heeft gerapporteerd.
Vraag 3
Welke effecten hebben deze hoge inflatiecijfers op het levenspeil van de inwoners
met lage inkomens? Welke problemen doen zich voor en hoe worden die opgevangen?
Antwoord 3
Bij wet is geregeld dat uitkeringen en het wettelijk minimumloon jaarlijks worden
geïndexeerd met de gerealiseerde inflatie over het derde kwartaal van het voorgaande
jaar. Dat is zowel per 1 januari 2011 als per 1 januari 2012 feitelijk ook gebeurd.
Bijzonder hierbij is bovendien dat in verband met het uiteenlopen van de inflatiecijfers
tussen eilanden, de bedragen per 1 januari 2012 per eiland afzonderlijk zijn geïndexeerd
aan de hand van de stijging van de prijsontwikkeling op elk eiland. Uitkeringsgerechtigden
en werknemers op minimumloonniveau hebben daarmee hun uitkering respectievelijk loon
zien stijgen gelijk aan het niveau van de inflatie.
Daarnaast is op initiatief van de staatssecretaris van Financiën en de minister van
BZK een onderzoek gestart om meer inzicht te krijgen in de bewegingen in prijspeil
en de inkomenssfeer. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt een kabinetsreactie
voorbereid, die met de bestuurscolleges van de eilanden wordt besproken.
De staatssecretaris van Financiën heeft bij gelegenheid van zijn algemeen overleg
met de vaste commissie Koninkrijksrelaties d.d. 30 januari 2012 toegezegd dat dit
onderzoek, met de reactie van het kabinet daarop, aan de Tweede Kamer wordt gezonden,
vóór het meireces. Ik maak van de gelegenheid gebruik om u namens de staatssecretaris
van Financiën en de minister van BZK mee te delen dat de afronding van het onderzoek
meer tijd heeft gekost dan voorzien. Als gevolg hiervan verschuift ook de datum voor
de afronding van de kabinetsreactie. Het streven is erop gericht om de kabinetsreactie
voor de zomer van 2012 beschikbaar te hebben.
Vraag 4
Is het waar dat naar ruwe schatting de helft van de bevolking geen voordeel heeft
of zal hebben van fiscale maatregelen om de koopkracht te verbeteren, omdat het vanwege
een laag of zeer laag inkomen geen of praktisch geen belasting betaalt?
Antwoord 4
Uitkeringsgerechtigden zonder aanvullende inkomsten en werknemers met minimumloon
of net daarboven, blijven beneden de belastingvrije som (deze bedraagt momenteel $
10 813). Dit gegeven heeft inderdaad consequenties voor de effectiviteit van eventuele
fiscale maatregelen voor deze groep. Over de omvang van deze groep zijn momenteel
geen harde cijfers beschikbaar.
Vraag 5
Deelt u de opvatting, toegeschreven aan de heer Stolte, Rijksvertegenwoordiger voor
Caribisch Nederland, dat het zaak is dat – zodra het onderzoek naar de oorzaken van
de hoge inflatie is afgerond – «samen met de openbare lichamen snel maatregelen worden
genomen om de prijzen in de hand te houden en de koopkracht te herstellen en te behouden»?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, wanneer komt u met zulke maatregelen?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Bent u bereid in het jaarverslag over 2011 uitdrukkelijk in te gaan op de inkomenspositie
van de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en de mate waarin armoede adequaat
wordt bestreden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
De onderhavige problematiek komt zoals gezegd aan de orde in het koopkrachtonderzoek
en de kabinetsreactie daarop. Bovendien heb ik bij gelegenheid van het Algemeen Overleg
met de commissie Koninkrijksrelaties d.d. 30 januari 2012 toegezegd vóór 1 juli 2012
een analyse van de «harde kern» van de armoede in Caribisch Nederland aan de Tweede
Kamer te doen toekomen. Ik ben van oordeel dat het onderwerp hiermee genoegzaam aan
de orde komt.
X Noot
1Antilliaans Dagblad 3 april 2012.