Vragen van de leden Gesthuizen en Irrgang (beiden SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de terugbetaling van geïnde omstreden Amerikaanse invoerheffingen aan het Nederlandse bedrijfsleven (ingezonden 4 april 2012).

Antwoord van staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 18 april 2012).

Vraag 1

Herinnert u zich de vragen van 14 februari 2012 over de afschaffing van omstreden Amerikaanse invoerheffingen en de terugbetaling van deze geïnde heffingen aan het Nederlandse bedrijfsleven?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Deelt u de mening dat de uitkomst van de onderhandelingen tussen de Europese Commissie en de Verenigde Staten, waarbij is afgesproken dat de onterecht betaalde heffingen niet terugbetaald hoeven te worden aan de desbetreffende bedrijven, teleurstellend en onacceptabel is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Zoals ik in mijn antwoord op uw vragen van 4 april jl. heb aangegeven2, ben ik verheugd dat het handelsconflict met de VS over het toepassen van «zeroing» eindelijk is opgelost. Meerdere Nederlandse bedrijven zullen hier op korte termijn hun voordeel mee kunnen doen, omdat zij naar verwachting geen antidumpingheffingen meer hoeven te betalen.

Nederland heeft zich ingezet voor het terugbetalen van teveel betaalde heffingen door de VS als onderdeel van een akkoord. In mijn antwoord op uw eerdere vragen heb ik aangegeven dat deze eis niet haalbaar bleek. Het bereikte akkoord was het hoogst haalbare en is voor mij dan ook op het punt van terugbetaling teleurstellend maar in zijn geheel acceptabel.

Vraag 3

Bent u bereid om de teleurstellende resultaten uit de onderhandelingen ter sprake te brengen bij de Europese Commissie en u hard te maken voor een eerlijke compensatie van de geleden schade door het Amerikaanse invoerheffingenbeleid?

Antwoord 3

Het resultaat van de onderhandelingen is door de Europese Commissie besproken met Nederland en de andere EU-lidstaten. Daarbij heeft Nederland de Europese Commissie aangemoedigd andere manieren te zoeken om de Amerikanen de teveel betaalde heffingen te laten terugbetalen. Zoals uiteengezet in mijn antwoord op uw eerdere vragen acht ik de kans van slagen echter gering, omdat de EU geen juridische mogelijkheden heeft om de VS hiertoe te dwingen.

Vraag 4

Welke mogelijkheden ziet u om toch te komen tot een collectieve terugbetaling van de onterecht betaalde heffingen, zodat niet ieder bedrijf tegen hoge kosten middels het Amerikaanse rechtssysteem zijn gelijk behoeft te halen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 4

Ik veronderstel dat u met collectieve terugbetaling doelt op een akkoord tussen de VS en de EU over terugbetaling. Zie hiervoor mijn antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Ziet u mogelijkheden om een eventuele coördinerende rol te spelen en de mogelijkheid te creëren dat gedupeerde bedrijven gezamenlijk via het Amerikaanse rechtssysteem juridische stappen kunnen ondernemen om de onterecht betaalde heffingen terug te vorderen?

Antwoord 5

Het is aan bedrijven zelf om na te gaan in hoeverre zij gezamenlijk kunnen optreden in het Amerikaanse rechtssysteem met het oog op het terugkrijgen van teveel betaalde heffingen. De Nederlandse overheid heeft ter zake geen rol te vervullen.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1775.

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1775.

Naar boven