Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de politieke en de reële planning voor de Omgevingswet (ingezonden 21 maart 2012).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 18 april 2012).

Vraag 1

Onderschrijft u de conclusie van de ambtelijk coördinator wetgeving van de projectdirectie Eenvoudig Beter dat de politieke planning voor de Omgevingswet niet de reële planning is?1 Zo ja, kan de Kamer op korte termijn in aanvulling op de politieke planning ook de reële planning ontvangen?

Zo nee, kunt u onderbouwen waarom inwerkingtreding van de Omgevingswet ultimo 2014 (politieke planning) plausibeler is dan inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2018 (reële planning)?

Antwoord 1

Nee, die conclusie onderschrijf ik niet.

Vraag 2

Was u op de hoogte van de reële planning van de ambtelijk coördinator wetgeving voor u de Kamer informeerde over uw politieke planning voor de Omgevingswet?

Antwoord 2

Er bestaat geen onderscheid tussen politieke en reële planning, waardoor ik niet aan de vraag kan voldoen. Voor de planning van het wetsvoorstel verwijs ik kortheidshalve naar onderdeel 8.3 van mijn brief van 9 maart 2012 «Stelselwijziging Omgevingsrecht»

Vraag 3

Kunt u een overzicht aan de Kamer sturen van alle andere wetgevingstrajecten en overige projecten onder haar verantwoording, waarbij de politieke planning afwijkt van de reële planning?

Antwoord 3

Zie het antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Kan de minister een overzicht aan de Kamer sturen van alle andere wetgevingstrajecten en overige projecten onder haar verantwoording, waarbij de politieke planning afwijkt van de reële planning?

Antwoord 4

Dat is niet nodig. Elke uitspraak van mij aan de Kamer omtrent de planning gaat uit van een op dat moment bestaande reële inschatting van de tijd die nodig is om de wetgeving af te ronden.


X Noot
1

SC-online, «Planning omgevingswet niet reëel» 20 maart 2012.

Naar boven