Vragen van het lid De Caluwé (VVD) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het TNO rapport inzake de oorzaak van het sluisongeluk Eefde op 3 januari 2012 (ingezonden 29 maart 2012).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 17 april 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met het rapport van TNO over de oorzaak van het ongeluk met de sluis in Eefde?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Onderschrijft u de conclusies van het rapport?

Antwoord 2

Ja, die onderschrijf ik.

Vraag 3

Kunt u aangeven of en wanneer het door TNO aanbevolen vervolgonderzoek uitgevoerd en afgerond kan worden en de definitieve resultaten op tafel kunnen liggen?

Antwoord 3

Het aanbevolen vervolgonderzoek wordt uitgevoerd. Over de aanpak en opleverdatum vindt nog overleg plaats tussen RWS en TNO. De verwachting is dat uiterlijk september dit jaar de resultaten van het vervolgonderzoek bekend zijn. Overigens geeft het onderzoek dat TNO nu heeft afgerond een helder inzicht in de oorzaken van het incident bij de sluis Eefde. Het vervolgonderzoek zal vooral aanvullend technisch inzicht opleveren.

Vraag 4

Wat zijn de consequenties van het nog uitblijven van definitieve conclusies over de verantwoordelijkheid voor het ongeluk voor het eventuele verhalen van schade door de getroffen ondernemers?

Antwoord 4

Het is aan individuele ondernemers zelf om te bepalen of zij een partij aansprakelijk willen stellen op basis van het huidige onderzoeksrapport of het vervolgonderzoek. Voor getroffen ondernemers heb ik de regeling nadeelcompensatie opengesteld. Door het openstellen van deze regeling en het bevorderen van een snelle afhandeling van de verzoeken, wil ik voorkomen dat ondernemers onnodig in financiële problemen komen als gevolg van het incident.

Vraag 5

Hoe wordt, tegen de achtergrond van het feit dat deze schade bij een normaal inspectieregime niet bleek te detecteren, in de toekomst voorkomen dat soortgelijke ongelukken zich bij andere sluizen voor zullen doen?

Antwoord 5

Na het incident met de benedendeur van de sluis bij Eefde heb ik laten onderzoeken of dit ook bij andere sluisdeuren kan optreden. Dit blijkt niet het geval. Het ontwerp voor de ophanging van de sluisdeur, dat een belangrijke achterliggende oorzaak is van het falen, is alleen bij de sluis bij Eefde toegepast.

Dit ontwerp zal niet worden toegepast bij nieuw te bouwen hefdeuren. Voor de sluis bij Eefde heb ik naast de ophanging van de benedendeur ook de ophanging van de bovendeur laten aanpassen. Deze nieuwe ophangconstructie is middels een normaal inspectieregime wel te inspecteren.

Naar boven