Vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister van Veiligheid en Justitie over liegende politieagenten (ingezonden 8 maart 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 april 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 1930.

Vraag 1

Kent u het bericht dat liegende politieagenten mogelijk nog aan het werk zijn?1 Welke onderzoeken lopen er inmiddels tegen deze agenten? Is het waar dat in afwachting van het onderzoek door het Openbaar Ministerie (OM) er nog geen intern integriteitsonderzoek is gestart? Zijn deze politieagenten hangende het onderzoek geschorst? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1

Ja.

Het bericht is in de media verschenen naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank te Amsterdam in een strafzaak tegen twee verdachten die politieagenten zouden hebben mishandeld. De rechtbank oordeelde dat de betrokken opsporingsambtenaren in strijd met de werkelijkheid hebben geverbaliseerd. De rechtbank is tot haar conclusie gekomen mede op basis van videomateriaal dat door de verdediging is ingebracht en tijdens het onderzoek ter terechtzitting is getoond. Het OM deelt niet de conclusie van de rechtbank dat sprake is geweest van doelbewust onjuist verbaliseren (liegen). In dit verband is ook van belang dat de verbalisanten over de gewraakte verschillen niet zijn gehoord. Het OM heeft om deze reden beroep aangetekend tegen deze uitspraak.

De strafzaak is als gevolg van het hoger beroep nog onder de rechter. Het gerechtshof zal de situatie opnieuw beoordelen. Het Openbaar Ministerie en de politie achten het niet gepast om hangende de beroepsprocedure een eigen onderzoek in te stellen. Voor maatregelen richting de betrokken verbalisanten zien het Openbaar Ministerie en de politie op dit moment geen reden.

Vraag 2

Hoe vaak heeft in de afgelopen vijf jaren een intern integriteitsonderzoek door de korpsen zelf en/of door de Rijksrecherche plaatsgevonden? Hoe zijn die integriteitsonderzoeken afgerond? Hoe vaak is het OM bij deze onderzoeken betrokken? Heeft dat ooit geleid tot een daadwerkelijke strafvervolging en/of strafrechtelijke veroordeling?

Antwoord 2

Zoals ik in het Algemeen Overleg Weerbaarheid van 21 december 2011 meldde zijn er jaarlijks circa 1 400 interne onderzoeken bij de politie, waarvan een derde integriteitschending oplevert. Interne onderzoeken worden uitgevoerd door de bureaus integriteit en veiligheid (BIV) bij de regiokorpsen. De Rijksrecherche voert geen interne integriteitonderzoeken uit binnen politie-onderdelen. Indien uit een intern integriteitonderzoek van de politie een strafrechtelijke verdenking ontstaat en het Openbaar Ministerie erbij wordt betrokken, is de Rijksrecherche niet de eerst aangewezen organisatie om dergelijke zaken te onderzoeken. De afdelingen BIV van het korps zelf of eventueel van een naburig korps kunnen onder leiding van een lokale officier met voldoende distantie een dergelijk strafrechtelijk onderzoek uitvoeren. Slechts in uitzonderlijke gevallen waarin bijvoorbeeld de integriteit van de overheid op zeer ernstige wijze wordt aangetast én sprake is van een misdrijf, kan worden besloten tot de inzet van de Rijksrecherche.

Van de 1400 onderzoeken wordt jaarlijks bij ongeveer 450 onderzoeken het OM betrokken. Jaarlijks volgt als gevolg van integriteitsonderzoeken gemiddeld 65 keer ontslag.

Vraag 3

Deelt u de mening dat politiefunctionarissen, als vertegenwoordigers van het geweldsmonopolie van de overheid en gezien het gewicht dat een ambtsedig opgemaakt proces verbaal in de rechtspleging heeft, een onberispelijke dienstuitoefening absoluut vereist is? Deelt u de mening dat indien de onberispelijke dienstuitoefening van politiefunctionarissen in het geding is altijd onderzoek moet volgen en de betrokken functionarissen lopende dat onderzoek geschorst dienen te worden?

Antwoord 3

De integriteit van de politie en van de individuele politieambtenaar is van groot maatschappelijk belang. Dat is aanleiding aan het onderwerp integriteit zowel in preventieve als in repressieve zin uitgebreid aandacht te schenken en dienovereenkomstige maatregelen te treffen. Dit neemt de mogelijkheid van integriteitsschendingen niet volledig weg. In voorkomende gevallen worden die incidenten voortvarend onderzocht. Politieambtenaren zijn onderworpen aan de bepalingen van het strafrecht en de strafvordering, waarbij in enkele gevallen hogere strafbedreigingen gelden indien misdrijven als politieambtenaar worden gepleegd. In het geval van een strafbaar feit vindt het onderzoek onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie plaats. Daarnaast kunnen politieambtenaren ook aan tuchtrechtelijke onderzoeken en daaruit voortvloeiende maatregelen worden onderworpen. Het handelen van politieambtenaren kan tuchtrechtelijk worden onderzocht zodra er sprake is van plichtsverzuim. Strafbare feiten kunnen in de regel als plichtsverzuim worden aangemerkt.

In het geval van ernstig plichtsverzuim kan de Korpsbeheerder de bevoegdheid toepassen strafontslag op te leggen. Indien het aannemelijk is dat het tuchtrechtelijk onderzoek tot een dergelijk besluit zal leiden worden de feitelijke werkzaamheden van de betrokken politieambtenaar beëindigd. In die gevallen wordt de maatregel tot schorsing en/of buitenfunctiestelling toegepast. De betreffende ambtenaar is in dat geval niet meer bevoegd zijn functie uit te voeren. Ook wordt hen de toegang tot dienstruimten en informatiesystemen ontzegd en/of onmogelijk gemaakt.

Vraag 4

Bent u bereid om vanaf nu jaarlijks te rapporteren aan de Kamer over integriteit en integriteitsschendingen bij de politie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ik heb eerder toegezegd hierover te rapporteren. Ik ben voornemens de jaarlijkse rapportage op te nemen in het jaarverslag Nederlandse Politie. Voor het jaar 2011 zal ik over integriteitschendingen nog separaat rapporteren. Zoals toegezegd zal verslaglegging vervolgens plaatsvinden in het jaarverslag Nederlandse Politie.


X Noot
1

«Onderzoek naar sjoemelende agenten», Dagblad De Pers 5 maart 2012.

Naar boven