Vragen van de leden Brinkman en Helder (beiden PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over autodiefstal met stoorzender (ingezonden 8 maart 2012).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 17 april 2012) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2009.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht «Diefstal met stoorzender»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt dit bericht? Kunt u aangeven hoe groot dit probleem is?

Antwoord 2

Het is bekend dat deze methodiek wordt gebruikt. Er zijn geen cijfers bekend over de omvang van dit probleem.

Vraag 3

Deelt u de mening dat bezit van dergelijke «carlock jammers» evenals «jammers», voor het storen van GPS volgsystemen van auto’s, verboden moeten worden, gezien zij enkel gebruikt worden voor diefstal van auto’s?

Antwoord 3

Een dergelijk verbod is al van kracht.

Een carlock-jammer is een jammer die specifiek gebruikt wordt voor het blokkeren van elektronische autosloten. Dit type jammer valt onder dezelfde wetgeving als GSM- en GPS-jammers. Het adverteren, gebruiken, in bezit hebben en verhandelen van jammers is een overtreding van de Telecomwet.

Het Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft sinds 2010 de aanpak van jammers geïntensiveerd. Het Agentschap werkt samen met politie, douane en private partijen . Deze samenwerking richt zich op de aanpak van de handel in en het gebruik van jammers en de opsporing hiervan. Ook samenwerking met andere Europese landen vormt daarom een onderdeel van de aanpak van het Agentschap Telecom.

Verder is sinds 1 januari 2012 een nieuwe Richtlijn voor strafvordering Telecommunicatiewet (2011R031) in werking getreden, met onder meer verhoogde boetebedragen voor het adverteren, gebruiken, in bezit hebben en verhandelen van jammers.

Vraag 4

Klopt de informatie dat vaak Oost-Europese bendes zijn betrokken bij de diefstal van (vaak dure) auto’s? Zo ja, hoe gaan politie en justitie dit probleem aanpakken? Zijn er goede afspraken gemaakt met andere landen voor opsporing en teruggave van deze gestolen voertuigen? Zo ja, welke en met wie?

Antwoord 4

Uit de zeer recent door mij ontvangen rapportage over Midden- en Oost-Europese rondtrekkende dadergroepen in Nederland blijkt dat er sprake is van een serieus te nemen verschijnsel: bepaald meer dan incidenteel zijn dergelijke bendes – en soms ook die uit andere landen – actief in ons land. Deze groeperingen houden zich onder andere bezig met de diefstal van voertuigen en voertuigonderdelen. Voor meer informatie over de problematiek en aanpak van rondtrekkende criminele bendes uit Midden- en Oost-Europa verwijs ik naar mijn brief aan de Tweede Kamer over Bestrijding van georganiseerde criminaliteit, nr. 29911/64 van 26 maart 2012.

Gestolen auto’s worden gesignaleerd in het Nationaal Schengen Informatiesysteem alsook wereldwijd via Interpol. Bij het aantreffen van een gestolen voertuig wordt dit gemeld aan het land waar de diefstal heeft plaatsgevonden en zal – mede afhankelijk van de toepasselijke nationale wetgeving en de civielrechtelijke positie van betrokken partijen – teruggave van het gestolen voertuig – kunnen plaatsvinden.


X Noot
1

Dagblad Spits, d.d. 7 maart 2012.

Naar boven